De Vloek van de Apostel

Beeld uit League of Legends

Beeld uit League of Legends

Of dat wel de juiste strategie is, vraag ik me vaak af als ik weer eens een verontwaardigd, verwijtend facebookbericht de ronde zie doen. Er wordt dan geschoten op de stupiditeit van Trump-kiezers, de barbaarsheid van vleeseters, de wereldvreemdheid van de groendenkers, de kortzichtigheid van de houthakker, het racisme van sinterklaasvierders, de corruptie van politici/industrie/banken, de domheid van zwaarlijvigen, de vervreemding van technofielen, het egoïsme van Nimby’s, de naïeve blindheid van multiculturele bruggenbouwers…
De uitlatingen kennen veel bijval en worden gul gedeeld, maar – zo vraag ik me dan -dragen ze ook bij aan verandering? Haal je zo mensen over om een ander, wenselijker gedrag te stellen?

De kloof en de verontwaardiging

Leden van NGO’s, instellingen met een groot maatschappelijk doel of een utopisch wereldbeeld lijken daar vaak last van te hebben: als persoon die het gewenste gedrag stelt, is het heel lastig om te kijken met de bril van iemand die het nog niet stelt. Je neemt jezelf als voorbeeld, toch? Wat jou kan motiveren en bewegen, motiveert en beweegt toch ook anderen? Maar onbewust, ongewild en toch goedbedoeld vergroot je zo vaak de kloof met diegene die je wil overtuigen. De vloek van de apostel.

Als je een post of artikel schrijft of deelt, wil je vooral je verontwaardiging delen. Dat is begrijpelijk. Je staat achter een bepaald toekomstbeeld en wil er ook aan meewerken. Je sloot je aan bij een organisatie en wil met hen bouwen aan die betere wereld. Je wordt een ambassadeur, een apostel. Je gaat de blijde boodschap mee verkondigen en het doel een stapje dichter brengen.

En wat merk je dan? Anderen volgen je niet of stappen zelfs een heel andere kant op. Dat maakt verdrietig en boos, want het strookt niet met jouw doel. Die verontwaardiging blijkt je echter ook energie te geven. Je merkt dat je de woede kunt kanaliseren in je werk. Het wordt de brandstof voor je inzet. Hoe meer je je doel indachtig bent, hoe meer je merkt dat anderen er niet mee bezig zijn. Hoe meer je dat merkt, hoe duidelijker de noodzaak van je inzet wordt, hoe zinvoller je werk blijkt. “Er is nog veel werk aan de winkel”, mopper je dan nors, terwijl je jezelf zo onbewust werkzekerheid garandeert: ‘Ik ben nog lang niet overbodig, hoera.’

De motivatie van de verontwaardiging

Die ‘hoera’ roep je overigens niet, hoor. Integendeel. De verontwaardiging om het nog lange traject overschaduwt dat, maar tegelijk garandeert het je toch die verontwaardiging die je moeilijk kunt missen. Dat is immers je energie.
Hier schuilt de vloek van de apostel, denk ik vaak. Zelf gestuwd door verontwaardiging overschat je de waarde van die verontwaardiging. Je bent heilig overtuigd dat je moet uitpakken met de sense of urgency. ‘Het einde is nabij.’ ‘Het is nog nooit zo erg geweest.’ ‘Het is vijf voor twaalf.’

Maar eerder dan me over de streep te trekken, schrik je me af. Door de problemen en de drempels monsterlijk groot en het doel steeds verder weg af te schilderen, zorg je ervoor dat de moed me helemaal in de schoenen gaat zinken, en dat ik me van je boodschap ga afkeren. Ik luister dan liever even rond tot ik iemand hoor die me een positiever toekomstbeeld met minder hindernissen kan voorschotelen.

Vluchten kan niet meer

Verontwaardiging geeft bovendien niet aan waar je heen wil, alleen waar je weg wil. Het zegt niet wat ik wél, maar wel wat ik níet moet doen in die werkwinkel. Als je mijn gedrag wil sturen, is dat alvast geen handig uitgangspunt. Wat wil je eigenlijk dat ik doe?

Je vertelt me wat ik fout doe, en hoe fout dat wel is. Je wijst me op mijn tekortkomingen en valt zo onbedoeld mijn waarde aan. Je zegt niet dat er lekkere koekjes zijn aan jouw zijde, maar dat mijn koekjes niet deugen en ikzelf ook niet, want ik eet ervan. Qua charmeoffensief zit dit niet helemaal goed.

Ik wil charme

Het kan anders, toch? In plaats van me weg te jagen, kun je me net beter charmeren. Wijs me niet op wat ik fout doe, maar op wat ik naar je zin goed doe, en vraag me meer van dat. Zet in op de E van Enthuse. Wek positieve verwachtingen over het te stellen gedrag, over wat ik zal ervaren als ik het stel. Zeg me hoe het consistent is met mijn verlangens, dromen, wensen en waarden. Hoe het aansluit bij wat ik al doe. Geef me een trots gevoel. Neem me mee, verleid me.

Tegenover de apostel staat de charmeur die het meent, die erin slaagt om zijn of haar eigen bril af te zetten, de mijne op te zetten en me dan weet te waarderen vanuit die bril. Die me zegt dat ik de slechtste niet ben, dat ik heus niet te herleiden ben tot een van de zeven hoofdzonden maar toch wel een goede inborst heb die aansluit bij dat fantastische doel. De charmeur die niet inzet op conflict maar op herkenning.

Wie weet, misschien lukt dat wel. Zeker ben ik het niet.

Oh, en als je je aangesproken voelt… Je bent niet alleen. Ik voel me zelf ook aangesproken. Heel dit stuk kreunt onder de vloek van de 7E-apostel…

Auteur: Fran Bambust

Factotum: imagineer, stratege, concept & content developer, auteur van het 7E-model en jeugdboeken als Plafondmeisje.