De 30 verzen van De Onweg

In de lente van 1985, ik was toen 20, mijmerde ik me gek over waarheid en waarden. Wat is? Wat moet? Waar eindigt de kijker, waar begint de wereld? Wekenlang hield ik een boekje bij waarin ik die mijmeringen in de stijl van de Tao-Te-Tjing neerschreef.
Meer dan dertig jaar later kreeg ik ze weer in mijn handen en kon ik ze eigenlijk nog wel smaken. Ik zou ze vast anders schrijven nu, maar interessant vind ik ze nog steeds. Jij ook?

~ I ~
Een bloem wordt bloem genoemd
en een vogel vogel.
Maar wat bloem genoemd wordt
is slechts bloem
en wat vogel genoemd wordt
is slechts vogel.
Daarom kan de mens de vogel niet vangen
en de bloem niet plukken.
Alleen noemen kan de mens.

~ II ~
In het begin was er niets.
In het begin was er geen begin.
En het niets werd,
want het niets werd genoemd.
En het niets werd iets.
De mens maakte het iets.
De mens maakte de wereld,
want de mens noemde de wereld.

~ III ~
Een wereld zonder naam
is geen wereld van mensen.
Een wereld met naam
is geen wereld die is.

~ IV ~
Er is alleen de wereld die genoemd wordt.
De weg van het noemen is geen weg.
De weg van het noemen is onweg.
Want de weg van het noemen is de weg van de schijn.

~ V ~
De onweg toont geen Waarheid.
De onweg toont geen Leugen.
De onweg maakt de waarheid.
De onweg maakt de leugen.
De onweg vernielt de waarheid.
De onweg vernielt de leugen.
De onweg is schepper en vernieler van alle wezen.

~ VI ~
Wie de onweg verlaat, vindt geen weg meer
Want de onweg is de enige weg.
Wie de onweg volgt, denkt een weg gevonden te hebben.
Maar de onweg is geen weg.
Wie de onweg volgt, bedriegt zichzelf.
Wie de onweg verlaat, is maar van één iets zeker:
dat ze maar van één iets zeker is.

~ VII ~
Wie iets zegt over mensen
zegt iets. Misschien over mensen.
Wie iets zegt, vernietigt het,
want hij volgt de onweg.
Wie iets zegt, maakt het,
want hij volgt de onweg.
Wat gezegd wordt,
is een nieuwe wereld
en een oude vernield.

Wie wat ook zegt over wat ook waneer:
het is interpretatie.

~ VIII ~
Er is maar één onweg
maar die gaan allemaal een andere kant op.

~ IX ~
Elke mens heeft een onweg.
Elke mens heeft een andere onweg.
Elke mens gaat een andere kant op.

~ X ~
Elk denken is noemen.
Elk denken is interpreteren.
Elk denken is maken.
Elk denken is vernielen.
Elk denken is onweg.

~ XI ~
Wat is, hoeft niet te zijn.
Wat niet is, hoeft niet niet te zijn.
Iets bestaat maar bij gratie van anderen.
Iets bestaat maar voor iemand.

~ XII ~
Het ultieme goed is het ultieme slecht.
Er is geen goed. Er is geen slecht.
Ik maak mijn goed. Ik maak mijn slecht.

Goed en slecht zijn kiezelstenen op een onweg:
ze vormen de weg en doen alsof die ergens heengaat,
maar uiteindelijk
doen ze alleen de voeten pijn.

~ XIII ~
Ja en nee zijn onweg.
De uitersten van een lijn.
Zijn punten op een cirkel.
Ze lopen in elkaar over.

Er is geen ja en nee.
Er is geen zwart en wit.
Er is geen links en rechts.
Er is geen man en vrouw.
Er is geen goed en slecht.
Ze lopen over in elkaar.
Proberen ze te splitsen is onweg.

~ XIV ~
Alles is één
en alles is vele
en alles is niets.

Er is geen verschil.
Er is geen gelijkheid.
Gelijk en verschil zijn namen.

~ XV ~
Er is geen begin.
Er is geen oorzaak.
Er is geen einde.
Er is geen gevolg.
Er is alleen wat is.
Soms.

~ XVI ~
Onwegen zijn niet nutteloos.
Dit wil zeggen: ze kunnen een doel bereiken.

Doelen echter zijn nutteloos.
Want er is geen doel voor hen
behalve het doel
dat door de onweg gepredikt wordt.

~ XVII ~
In het begin was er Angst.
En de Angst werd niet genoemd.
De Angst was onnoembaar.
De Angst is onnoembaar.

De mens voelde de Angst.
En de mens vluchtte de Angst.
Hij noemde de Angst om de Angst te vluchten.
Zo maakte de mens de onweg.

~ XVIII ~
De mens heeft smaak
want de mens heeft Angst.

Dus kiest de mens dat wat hij gewoon is.
De mens kan zijn onweg niet verlaten.
Hij is bang dat zijn onweg niet de weg is.
En terecht.

Smaak is zelfverdediging.

~ XIX ~
De onweg doet handelen.
Maar de wijze handelt niet volgens de onweg.
De wijze houdt zich bezig met wat haar bezighoudt.

~ XX ~
De wijze doet niets slecht.
De wijze doet niets goed.
En toch doet de wijze.
De wijze gaat nergens heen.
Dus kan ze niet verkeerd lopen.
En ook niet juist.

~ XXI ~
Er waren eens drie mensen.
De eerste ging altijd op zijn onweg,
want hij wist niet wat hij deed.
De tweede ging af en toe op onwegen,
want hij wist wat hij deed.
De derde ging nooit op een onweg,
want hij wist niet waarom hij dat moest doen.

~ XXII ~
Ik predik inconsistentie.
Er is geen goed of slecht.
Waarom dan wroeging als je een onweg verlaat?
Wroeging wijst op onweg
maar niet op onwegen.
Ze is betrekkelijk.

Consequentie en consistentie zijn gevaarlijk.
Ze doen het betrekkelijke vergeten.

~ XXIII ~
Welke weg je ook neemt, het is onweg.
Hoe ontwijk je dan de onweg?
Door geen enkele weg te nemen ofwel allemaal.
Zie, daar is de weg van de wijze.
Hij volgt geen weg, maar gaat waar hij gaat.
en doet wat hij doet.
De wijze doet niet door alles te doen.
De wijze gaat nergens door overal te zijn.


De wijze volgt geen weg
en probeert alle onwegen goed te vinden.
De wijze weet dat goed en slecht
de uitwerpselen zijn van zijn bekrompenheid.
De wijze die niemand meer is,
is de wijze die vrij is,
want hij heeft zijn bekrompenheid overwonnen.

~ XXIV ~
Elke weg is onweg.
Elk denken is bedenken.
Elk oordeel is vooroordeel.
Elke redenering is posthoc-redenering.
Elk geloof is bijgeloof.
Elke waarheid is starheid.
Elk woord is antwoord
op de vraag: hoe ontstaat de wereld.

~ XXV ~
Onwegen die botsen
maken mensen die denken dat onwegen wegen zijn hitsig.
Ze willen de andere onweg weg
en hun onweg als enige weg.
Consistente mensen zien de betrekkelijkheid niet.
Ze voeren oorlog.

~ XXVI ~
Consistente mensen zijn ongelukkig.
Hun onweg is niet recht.
Ze zondigen dagelijks.
Consistente mensen zien de betrekkelijkheid niet
en worden ongelukkig
omdat hun onweg de weg niet is.

~ XXVII ~
Geluk en ongeluk
zijn de wegwijzers van de onweg.
Ze zijn de onwegwijzers.

De wijze kent geen geluk
maar ook geen ongeluk.
Want hij volgt geen onweg.
Want hij hoeft niet consistent te handelen.

~ XXVIII ~
De wijze volgt geen weg.
Hij gebruikt de formule van de kat.


De formule van de kat
is kritische genegenheid.

Zoals een kat traag om iemand heen loopt,
hem liefkoost en bestudeert,
haar vleit en onderzoekt
en vlucht wanneer die haar wil aaien,
zo ook loopt de wijze op een onweg.
Hij opent zijn hart om alles te ervaren.
Zij opent haar ogen naar alle mooie hoekjes
Maar als de onweg zich om hem wil sluiten,
vlucht ze weg.


Ze is genegen maar kritisch.
Ze vindt alles goed, maar relativeert.
Ze is genegen en kritisch.

De formule van de kat
is de manier van de wijze.

~XXIX ~
De manier van de wijze is geen onweg.
Want de manier van de wijze is geen manier.
De onwijze ziet de manier van de wijze als een manier.
Maar de manier van de wijze
is wel een wijze voor de onwijze
om de manieren van de wijze over te nemen.

De manier van de wijze die beschreven wordt
is niet de manier van de wijze.
De formule van de kat die gedacht wordt
is niet de formule van de kat.

Want de kat denkt niet
en de wijze beschrijft niet.

~ XXX ~
‘De onweg’ is geen weg.
Ze is een brede onweg.
Ze is een onweg want ze is gedacht.
Ze is een onweg want ze noemt.
Ze is een onweg want ze pleit.
Ze is een onweg want ze keurt af.

‘De onweg’ is een boek
dat ertoe kan leiden alle onwegen te verlaten
en te zijn zoals men is.

‘De onweg’ is een onweg.

Het plezier van orde en wanorde

Een van de grote geneugten van een rijk gevulde boekenkast is dat je ze steeds weer opnieuw kunt ordenen. Je kunt ze alfabetisch zetten volgens auteur, volgens boektitel. Je kunt ze schikken van groot naar klein, van meest geliefd tot nog niet gelezen. Je kunt ze groeperen per kleur, per geur of per uitgeverij of per taal. Je kunt ze ordenen volgens het aantal pagina’s, het soortelijk gewicht, het langste erin voorkomende woord of de snelheid waarin je ze hebt gelezen. Of associatief want dit boek doet denken aan dat boek. Of in periodes waarin je ze hebt gelezen. Of naar onderwerp, naar thema, volgens het aantal keer dat je hebt gehuild of gelachen of ‘verhip’ hebt uitgeroepen. 

Ik kan eindeloos genieten van ordeningen en opsommingen zoals je die vindt bij Calvino, Borges of Greenaway, nu eens geschikt volgens het alfabet, dan weer tellend van 0 tot 100 in een warrige volgorde. De boeken van Prospero, de sterren van Beta, de spellen van Smut, de dierenlijst van John Wilkins, de onzichtbare steden… Nu eens volgens ze een logische methode, dan weer een heerlijk arbitraire. En dat laatste is zo heerlijk bevrijdend. Het helpt je ontdekken dat elke orde eigenlijk arbitrair is. 

COQgolSUsAAzSPY

Lijst van dieren in een ‘Chinese encyclopedie’ – J.L. Borges

Ontsnappen uit orde

Spelend met classificaties, modellen en structuren ben ik net dat als de eb-en-vloed-beweging van mijn gedachten gaan beschouwen: orde creëren en er iets later weer uit ontsnappen en dan weer in een nieuwe orde neerdalen en dan weer ontsnappen… Een ritme van zalige rust en wonderlijke wanorde, een cyclus zo verkwikkend als in- en uitademen, als ontwaken en slapen. 

De wanorde en veelheid van ideeën, feiten en gegevens maken me onrustig en doen me schikken en ordenen. Ik verzin een model en krijg grip op de wereld die er plotseling helder en bevattelijk uit ziet. Gedrag ontstaat uit 7E’s, een beleving is ELVIS, orde is PRACHT, en goed is een groep WELPJES. 

Daar werk en leef ik een tijd mee. Het helpt mij en – zo merk ik tot mijn heerlijke verbazing – het helpt vaak ook anderen. En dan opeens komt er een andere opdeling langs of een vraag die de ordening onderuit haalt. Het hart wipt op, de ogen gaan wijd en een glimlach krult zich om mijn mondhoeken. Ik zou boos moeten zijn of ontgoocheld, maar zo is het niet. Gek genoeg voelt het breken van een orde als een bevrijding, een vrolijke verwondering die me weer blootstelt aan de oorspronkelijke wanorde die bestond voor het benoemd was. Benoemen schept een wereld, maar vernielt er ook een. Benoeming wissen maakt nieuwe werelden mogelijk. 

BouwstenenModel_180806

Verwondering in eb en vloed

Net zozeer als ik geniet en bijna tranen in de ogen krijg wanneer een orde zo volkomen en wiskundig lijkt, net zozeer raakt het me wanneer ik de weg weer terug vind naar het ongenoemde. Is kunst, zo vraag ik me dan af, niet dat: je losmaken uit bekende patronen, je teruggooien op het ongestructureerde en dan nieuwe patronen aanbieden? En is amusement dan niet het spelen met de bestaande vertrouwde patronen en genieten van hun potentie? Is wetenschap ook niet zoeken naar orde en structuur, het bevragen en weer herschikken, steeds teruggrijpend naar het ongenoemde? Terwijl techniek en technologie werkt met de gevonden structuren? 

Het ene is niet beter dan het ander, denk ik. Ik geloof niet dat het in se beter is om te schikken en te herschikken of gebruik te maken van patronen en vormen of je vol overgave aan het naamloze te wijden. Is inademen beter dan uitademen? Is eb beter dan vloed? De mix doet het voor mij. 

PRACHT. Een orde in de orde.

Omdat ik nu eenmaal graag met dat ordenen bezig ben, heb ik ook een modelletje voor het ordenen bedacht. Je kunt uiteraard structureren zoals je wil, met een natte vinger als leidraad of elk arbitrair principe of helemaal principeloos zoals de wanordelijke lijsten van Borges, Calvino, Joke van Leeuwen en andere meesters van het vrije schikken. Maar je kunt ook voorgeprogrammeerde ordeningen uit de kast nemen. PRACHT is een poging tot schikken van die bekende ordeningssysteempjes. Je bent er niks mee of alles, maar het biedt weerom een houvast in een wereld vol wanorde waar zelfs orde structuur mist.

Hieronder vind je PRACHT in het wielrennen. Wielrenners geordend volgens Plaats – goed voor het supporteren -, Rangorde – goed voor pronostieken -, Alfabet – handig voor het opzoeken -, Categorie – wanneer je een veelzijdig team wil samenstellen -, Hiërarchie – voor het bepalen van prioriteiten -, en Tijd – wanneer je graag de klok volgt. Binnen elk van de opdelingen kun je ook nog gaan kiezen. Plaatsen kun je groeperen, Reeksen en Rangordes kun je opmaken volgens elke kwantitatieve maatstaf, Alfabet voor elk label van naam, voornaam tot teamnaam, Categorie voor elke handige opdeling, eventueel met overlappende Venndiagrammen en meerdere categorische waarden per onderdeel, Hiërarchie in functie van gebruik en Tijd naar de schaal dat jou uitkomt. Tijd is overigens de subgroep van Reeks of Rangorde waar het getal een jaar, maand, dag, uur, minuut of seconde is, maar dat hoeft verder niemand te weten. PRACH is toch net iets mooier met een T erachter, nietwaar.

PRACHT

De figuren op de kaartjes zijn van ProCyclingTrumps.

AANVULLING

Uiteraard kun je per PRACHT-element nog gaan onderverdelen, zoals Andy Kirk van Tableau toonde in The Design of Time.


Perceptie slaat de bal mis

ipsos-mori-perils-of-perception-charts-2016

Ipsos Mori heeft zich in 2016 weer eens gebogen over onze perceptie, en hoe we hiermee de bal wel eens misslaan…

Deze tekst is een hertaling van het artikel van Ipsos Mori naar aanleiding van de publicatie van hun ‘Ipsos Perils of Perception Survey 2016’. De oorspronkelijke tekst keek naar Groot-Brittannië, ik hou het bij de cijfers van Nederland en België.

Perils of perception in een notendop

De meest recente Ipsos Perils of Perception-bevraging vroeg zich af hoe mensen in veertig verschillende landen sleutelbegrippen en -bevolkingsthema’s fout inschatten. De onderzoekers ontdekten o.a. dat

  • we het aandeel moslims in onze bevolking doorgaans stevig overschatten, ook al neemt dat aandeel bijzonder snel toe;
  • onze bevolking gelukkiger is dan we vermoeden;
  • onze landgenoten toleranter zijn tegenover homoseksualiteit, abortus en seks dan we denken;
  • we denken dat welvaart en rijkdom gelijkmatiger verdeeld zijn dan het geval is.

De onwetendheid van Belgen en Nederlanders

schermafbeelding-451

Ook Nederland en België werden bevraagd, en al waren onze inschattingen soms best knap, soms sloegen we de bal wel lelijk mis.

  1. De moslimbevolking: Zowel Belgen als Nederlanders overschatten het aandeel moslims in de bevolking. De Belgen vermoeden dat het om 23% van de bevolking gaat, terwijl Nederlands het aandeel op 19% schatten. In werkelijkheid gaat het om resp. 7% en 6%. We zien het aandeel allebei drie keer groter, kortom. Kahneman zou opperen dat hier wellicht een “WYSIATI”-systeem in het spel is: What You See Is All There Is: wanneer we veel over iets horen, dan kunnen we het ook makkelijk oproepen en overschatten we de aanwezigheid ervan.
  2. Toekomstige moslimbevolking: De moslimbevolking groeit, dat is duidelijk, maar we verwachten een veel scherpere aangroei dan het Pew Research Center. Dat centrum verwacht voor België en Nederland dat het zal opklimmen tot 7,5% resp. 6,9% in 2020, terwijl we verwachten dat we naar 32% evolueren in België en naar 26% in Nederland. Meer dan een kwart van de bevolking, denken we dus. Terwijl het nog niet om een tiende gaat.
  3. Geluk: Ipsos laat de Belgen hier even links liggen, maar merkt wel dat Nederlanders het geluksniveau van hun landgenoten als tweede beste weten in te schatten, al zitten ze er nog 28 procent naast. 84% noemt zich erg of nogal gelukkig, maar we vermoeden dat slechts 57% zich zo zal labelen.
  4. Homoseksualiteit: Slechts 5% van de Nederlanders, Denen en Noren vinden homoseksualiteit moreel onaanvaardbaar, 7% bij de Belgen. We horen zo bij de meest open bevolkingsgroepen van de 40 bevraagde landen. Toch schatten we onze landgenoten minder hoog in. In Nederland vermoeden we dat 36% het laakbaar vindt (zeven keer zoveel dus), en in België denken we dat 29% hun neus op trekt voor homoseksuelen (vier keer zoveel). Laat ons trotser zijn op onze landgenoten, denk ik dan. Pride for all.
    ipsos-mori-perils-of-perception-charts-2016_3
  5. Seks tussen ongehuwden: In Nederland vinden slechts 5% van de inwoners seks tussen ongehuwde volwassenen moreel onverantwoord. Alleen de Denen gaan er met hun 2% nog vlotter mee om. In België ligt het iets gevoeliger, en vindt 14% van de Belgen het onaanvaardbaar, terwijl we vermoeden dat 28% van de Belgen het maar niks vindt. Al bij al een aardige schatting als je merkt dat Nederlanders vermoeden dat 34% van hun landgenoten gruwen van seks tussen ongehuwden. Een overschatten van bijna 700%.
  6. Abortus: Belgen en Nederlanders slaan allebei als koplopers de bal mis waar het over abortus gaat. “37% vindt het onaanvaardbaar”, antwoorden we in Nederland; “31% gruwt”, denken we in België. Maar in werkelijkheid staan we in beide landen heel erg open: resp. 8% en 6%.
  7. Rijkdom van de basis: In België hebben we hier een goed zicht op de ongelijkheid, zo blijkt. We vermoeden dat de basis van onze samenleving, de 70% minst rijken, 26% van alle rijkdom bezit, terwijl het om 25% gaat. In Nederland bezit die 70% slechts 18% van alle bezittingen, maar hier denken we dat het om 29% gaat.
  8. Huiseigenaars: In België denken we dat de helft van de gezinnen in hun eigen huis woont, in Nederland denken we dat het om 45% gaat. In werkelijkheid gaat het om 63% in België, tegenover 56% in Nederland. We overschatten dus het aantal huurders…
  9. BNP en gezondheid: Zowel in België als in Nederland gaat 11% van het BNP naar gezondheidszorg. Een aanzienlijk bedrag. Allen in de VS (18%) en Frankrijk (12%) wordt meer uitgegeven. Toch denken we in beide landen dat het meer is. In België vermoeden we dat het om 22% van het BNP gaat, en in Nederland gokken we op 19%. Eerlijk gezegd, vraag het me volgende week en ik heb het ook fout. Al wist ik hoeveel het BNP bedraagt, dan nog zegt het me niks.
  10. Huidige bevolking: Zowel in Nederland als België hebben we een behoorlijk goed zicht op de grootte van onze bevolking. Nederlanders schatten de bevolking doorgaans op 17 miljoen, wat dicht bij de werkelijke 16.940.000 zit, en Belgen houden het bij 11 miljoen, wat intussen al is gegroeid tot 11.270.00. Even kijken naar de jury… Jawel, die rekent het goed.
  11. Bevolkingsgroei: Als we echter met de natte vinger over 2050 nadenken, wijken onze inschattingen wel een tikkeltje af van die van de Verenigde Naties. In Nederland denken we dat we naar 19 miljoen klimmen, terwijl de VN verwacht dat het rond de 17,6 miljoen strandt; in België gokken we op een ronde 13 miljoen in 2050, terwijl de VN iets terughoudender gokt op 12,5 miljoen. Faites vos jeux, place your bets, the game is on.
  12. Trump: Achteraf konden we wel zeggen dat we vermoed hadden dat Trump zou winnen, maar Ipsos heeft het zwart op wit. De bevraging liep een maand voor de verkiezingen, en jawel, hoor: zowel Nederlanders als Belgen waren behoorlijk zeker van Clintons overwinning. 74% zei dat de democrate zou winnen, slechts 10 tot 11% vermoedde dat Trump het zou halen. Ik geef toe. Ik was bij de 74%.

Index van onwetendheid

Als je de vijf vragen die om feiten gaan (aantal moslims, aantal inwoners, aantal huiseigenaars, BNP vs gezondheidsuitgaven en rijkdom van de basis) als maatstaf gebruikt, kun je een rangorde van accuraatheid opmaken, een index van onwetendheid. En wat blijkt dan? Dat Belgen de 13de plaats innemen, en Nederlanders zich de meest accurate inschatters mogen noemen. India, China en Taiwan voeren dan weer de omgekeerde Index van Onwetendheid aan…

ignorance
Wil je meer weten? Cijfers zien? Nog meer mooie grafieken? Haast je dan naar de website van Ipsos Mori zelf, download de pdf en ontdek dat Rusland Trump de meeste kansen gaf, dat Indiërs nog meer huiseigenaars kent en er nog minder vermoedt, en dat vooral Fransen het aantal moslims overschat.

Wie verontwaardiging zaait, zal afkeer oogsten

vincent_van_gogh_-_wheatfield_under_thunderclouds_-_google_art_project

Gematigde politici worden genadeloos afgestraft, ter linker én ter rechter zijde, zowel door oppositie, door interne concurrenten en door het middenveld die met grove woorden en verontwaardigde beelden een doembeeld oproepen. De instellingen worden verdacht gemaakt als pionnen van Big Dit of Big Dat, als onderdrukkers van de kleine man, als waanwijze despoten die geen oog hebben voor de noden van de gewone burger. Instellingen worden, zodra iets niet helemaal soepel loopt of een verkozen regering beslist wat een ander niet bevalt, met hyperbolen als immoreel of failliet bestempeld, of het nu om Europa, verkiezingen, staten of steden gaat.
Media focussen naar oude gewoonte op die conflicten en zijn al even genadeloos bij het be- en veroordelen van té grijze, té behoudsgezinde of te trage reacties van overheidsinstellingen, terwijl nieuwe sociale media dit vergroten zodat vaak begrijpelijke, soms onbegrijpelijke maar altijd bij te sturen nare effecten van een beleid een algemeen gevoel van ondraaglijk onrecht oproepen.

De oogst…

Wat de stemmer uiteindelijk bereikt, is het gevoel dat ‘de wereld om zeep is’, ‘dat het nog nooit zo slecht is geweest’, ‘dat de democratie niet meer werkt’.
Wanneer mensen daar dan naar reageren, is het niet zo handig om hen ‘dom’ en ‘haatdragend’ noemen, in de hoop ze daarmee toch weer tot bedaren te brengen. Als iemand je een imbeciel noemt omdat je een slogan wat anders gefraseerd herhaalt, kom je niet ’tot inkeer’. Je wordt opstandig.
Het lijkt het me onhandig nog maar eens het failliet van de instellingen of de gematigde politici te bezingen. We onderstrepen daarmee nog eens de verontwaardiging, die ook hier tot afkeer leidt…

En nu?

Medunkt dat we, om meer van dit ongein te vermijden, vooral moeten nagaan hoe we de met superlatieven overgoten negativiteit  tot rust kunnen brengen in een tijd waarin nieuwe media ons belonen voor felle uitspraken met likes en shares. We moeten leren omgaan met de schreeuwspiegels van sociale media, zowel zenders als ontvangers.
Ik ga er nu al van uit dat de volgende generatie dit beter kan. Ze laten zich minder snel opfokken door grote woorden op een tijdlijn, medunkt. Maar hoe we dat deze generatie nog kunnen keren? Geen idee.

Het Appeluurwerk, een jaar later

dreamstime_m_54431951

Jawel, ik gebruik hem nog steeds, mijn appeluurwerk. De hysterische verwondering is er wel af, de jubelsfeer is wat weggeëbd en de mentale kost is afgeschreven: ik hoef mijn uitgave na een jaar niet meer per se te verdedigen. Als ik hem nu nog gebruik, is het echt wel omdat ik er verknocht ben aan geraakt. Hij is een extensie van mijn lijf geworden. Meer nog, als ik hem niet om heb, onder de douche bijvoorbeeld, voel ik me zelfs naakt. Maar dat kan ook met de douche te maken hebben.

Technoloser

Eigenlijk had ik verwacht dat het uitzonderingsgehalte er na een jaar wel zou af zijn, dat ik meer mensen in mijn omgeving met die toestellen zou opmerken, maar dat is dus niet zo. De Apple Watch is nog steeds een curiositeit. Het ding heeft nog geen ‘killer app’, geen glasheldere reden om het aan te schaffen, is duur en geeft je nog steeds geen pikorde-punten. Integendeel, als je met het toestel rondloopt en er een telefoontje op ontvangt, zie je velen met de ogen draaien of monkelend lachen. Het is niet zo erg als met de Google Glass, die weerstand opwekte, maar ook met de Apple Watch ben je een hopeloze innovator, een technoloser, zeg maar. Hier en daar is iemand geïnteresseerd in het toestel, maar doorgaans krijg je meewarige blikken. Het staat heel ijdel, blijkbaar. Vanitas…
Dat is dan ook de meest negatieve ervaring, die er onder andere ook voor zorgde dat ik mijn Keynote-presentaties nog uiterst zelden vanaf mijn uurwerk bedien. Het leidt teveel af.

Een slag om de arm

Telefoontjes of berichten beantwoorden deed ik na enkele maanden nog slechts schoorvoetend, beducht voor de afkeurende blikken, maar sinds enige tijd stoor ik me er blijkbaar niet meer aan, en neem ik de telefoon vlugger op vanuit de pols en spreek ik ook op straat wel eens een bericht in met die stemherkenning. Het lukt me ook steeds beter om me begrijpelijk uit te drukken, al heet Anaïs er wel steevastAnnelies’, is ‘die virtualreality-bril’ ‘lieverdje reality bril’ en werd ’Pokemon’ gisteren toch ‘poepje man’.

Ik haal mijn telefoon sinds het uurwerk veel minder uit. To do’s, berichten, mijn agenda en nieuwe mails zie ik eerst op mijn pols en pas als het echt nodig blijkt, haal ik de iPhone boven. Fantastical 2 blijkt dan ook een schitterende polsagenda. De volgende afspraak staat steeds op mijn modulaire wijzerplaat met locatie, die meer info of de route weergeeft na een korte vingerbeweging.
Ja, ook Maps, door velen als onhandig beschouwd, gebruik ik steevast wanneer ik mij stappend naar een mij onbekende locatie begeef. Een tik op mijn pols geeft me aan wanneer ik links of rechts moet.

schermafbeelding-406

Bewuster niet fit

Toen ik het ding pas had, wierp ik me op de fitnessapps. Het ronden van de cirkels werkte bijzonder motiverend, en die eerste maanden slaagde ik er wekelijks in mijn limieten te verleggen. Tot het toestel het eind september opeens begaf, ik het twee weken zonder moest stellen en mijn flow gebroken was. Het is nooit meer goed gekomen. Nu stel ik vooral vast dat ik niet genoeg beweeg. Fitter ben ik niet geworden, wel bewuster van het feit dat ik niet fit genoeg ben. Dat is op zich ook al wat uiteraard. Vroeger maakte ik mezelf wel eens wijs dat ik genoeg bewoog. Nu kan ik aangeven dat dit niet zo is. Op deze week na, maar dat ligt aan die zakmonstertjes.

Het uurwerk meet mijn activiteit op vier manieren: stappen via de Pedometer++, en calorieën, trainen en staan via de standaard activiteitscirkels. Het ‘staan’, waarvoor ik elk uur een herinneringstikje krijg, lukt me nagenoeg dagelijks, mijn calorieën- en stappendoel haal ik een viertal keer per week, maar trainen geraakt zelden boven de twee volle cirkels per week.

Als cijfertjesfan blijf ik ook netjes mijn hartslag bijhouden – soms ook ’s nachts als mijn Apple Watch voldoende is opgeladen – waardoor ik nu heel prima weet hoe mijn hart zich gedraagt (20% onder de 55, 60% tussen 55 en 77, 15% tussen 77 en 93 en dan nog 5% hoger) en ook hier blijkt: nee, ik beweeg niet genoeg.

De snelle blik

Verder gebruik ik mijn uurbeest vooral om tijd en datum te checken – jaja, dat kan ook -, mijn bankrekening, de temperatuur en het weerbericht te raadplegen – doe ik vaker dan door het raam kijken, besef ik – en om Siri reminders te laten noteren. Mijn polstimer is ook mijn eierwekker van dienst geworden voor alle culinaire avonturen, en mijn werkuren hou ik graag bij uit de losse pols met Harvest.

Als fervente bioscoopganger ben ik ook dolblij met mijn Passbook, die mijn tickets onverliesbaar mee neemt. Wel verschrikkelijk jammer dat zo weinig organisaties gebruik maken van Passbook. Tot dusver kreeg ik enkel van Kinepolis, Facts, Brussels Airlines en Eventbrite tickets op mijn uurwerk .

Het stelt me ook teleur dat ik mijn uurwerk enkel als afstandbediening voor mijn iPhone kan gebruiken, en niet voor mijn iPad, de AppleTV of mijn MacBook. Ik speel mijn muziek vooral daar immers…

Vooral daar had ik meer van verwacht. Ik had gehoopt dat meer instellingen en organisaties die wearable mogelijkheden hadden omhelsd en er meer gebruik van hadden gemaakt. Maar er is nog geen Apple Watch-uitbreiding van De Lijn, de NMBS, er is nog geen Apple Pay in België. De uitgelichte apps die je in de speciale App Store voor de Watch ziet, zijn nog nagenoeg dezelfde als toen ik hem kocht… Het is wellicht een kip-ei-probleem: er wordt niet veel voor ontwikkeld omdat het nog geen groots succes is, en het wordt ook geen groots succes omdat er niet voor ontwikkeld is.

Is het ijdelheid, het gebruik van dat uurwerk? dreamstime_xs_67586887Hybris? Superbia? Vanitas? Ik weet het niet. Ik raad hem alvast nog steeds niet aan aan anderen, tenzij dat ook innovators of early adopters zijn, maar zelf wil ik hem niet meer missen. Ik overweeg dan ook een waterdichte case aan te schaffen. Voor onder de douche.

 

Beslist feminist? Eerder verward, eigenlijk.

Met de ‘Beslist Feminist’-blog wil de Vrouwenraad ‘een dynamische plaats maken waar een resem van stemmen zich kan uitspreken over hun visie op en/of de relevantie van feminisme in hun dagelijkse leefwereld.’ Of ik iets wou schrijven op de blog, was de vraag.

shutterstock_324123977

De Vrouwenraad startte in mei de ‘Beslist Feminist‘-blog. Met deze blog willen ze ‘een dynamische plaats maken waar een resem van stemmen zich kan uitspreken over hun visie op en/of de relevantie van feminisme in hun dagelijkse leefwereld.’ Tientallen boeiende personen deelden er al hun feministische mijmeringen, van de politici Meyrem Almaci,  Wouter Beke, Gwendolyn RuttenJohn Crombez tot Bart De Wever, en met bijdragen van geliefde kennissen als Petra De Sutter  en Alona Lyubayeva
En toen vroegen die lieverds warempel ook of ik iets wou schrijven. 

Ik wou wel, liet ik weten, maar… ik weet niet of ik wel beslist feminist ben. “Ik hoop het eigenlijk wel, want ik associeer het met gelijke rechten, gelijke kansen, openheid voor expressie en invulling en gelijke waardering van inbreng, inspanning en resultaat. Waarden die ik zelf wel hoog in het vaandel wil dragen.
Alleen… 

Ik weet niet of ik een feministe ben. Ik geef toe dat ik heel zelden naar mijn omgeving of ‘de maatschappij’ kijk vanuit die taxerende blik. Toch lijkt me dat ook dat een vereiste om de naam te kunnen dragen. Net zoals je jezelf pas socialiste, atheïst of existentialist kunt noemen als je je omgeving regelmatig vanuit dat kader bekijkt. Ik zet die bril wel eens op wanneer ik merk dat een filmheld weer een man is, wanneer blijkt dat sommige jongens mijn ‘Plafondmeisje’ niet willen lezen ‘omdat het over een meisje gaat’ of wanneer een moeder me trots omgekeerd normerend zegt dat ze haar dochter ‘nooit een prinsessenkleedje zal geven. Maar is dat genoeg om de naam in volle ornaat te kunnen dragen?”

De rest van mijn mijmeringen lees je uiteraard best op de blogsite zelf.
Veel leesplezier.

 

Het ei gaat open

Halverwege februari 2015. Voor de derde keer in mijn leven start ik fulltime in een eigen bedrijfje.

1995 • Knooppunt

In 1995 gooide ik me met Knooppunt volop op het ontwikkelen van content. Ik schreef boekjes, scenario’s, televisieprogramma’s, radio- en krantencolumns, liedjes en concepten voor computergames. Ik wou mensen meeslepen met verhalen, emotie en vakkundig gestructureerde exposés. ‘Hoe doe je dat, mensen zo hypnotiseren dat je ze echt door de ogen van anderen kunt laten kijken?’, vroeg ik me af. ‘Hoe werkt empathie? Hoe werkt ons associatief, affectief systeem? Kan ik je laten lachen en dan weer laten huilen? Wat heb ik daar dan voor nodig?’ Structuur is al net zo belangrijk als woordkeuze als tempo en kleine uiterlijkheden, bleek al snel, en op het meest manipulatieve moment van mijn Knooppunt-carrière slaagde ik er dan soms ook in om mensen hun gevoelens te laten uitstorten voor het oog van de camera. “Cue the tears”, zei ik waarop de camera inzoomde en de tranen welden. Technisch was ik er wel trots op, maar ethisch worstelde ik elke dag meer. Er moest meer zijn…

Mijn tekstbureau was eigenlijk een succesverhaal, maar datzelfde succes en de ethische twijfels zorgden ervoor dat ik het knooppunt ontwarde in 2001. Ik was zo vaak onderweg of in televisiestudio’s dat mijn gezinsleven er erg onder ging lijden. Ik zag mijn vrouw en kinderen enkel nog wanneer ze sliepen, en na enkele mislukte pogingen om het evenwicht tussen werk en gezin te herstellen, besloot ik maar drastisch in te grijpen en uit mijn eigen bureau te stappen. Dat zich op diezelfde dag ook twee vliegtuigen in enkele flatgebouwen boorden, is louter toevallig.

2005 • tinker belgium

Mijn tweede poging kwam er in samenwerking met het Nederlandse Tinker Imagineers. Content en beleving waren weerom de pijlers, maar deze keer zou ik ze inzetten voor culturele en af en toe ook sociale thema’s. Ik mocht tentoonstellingen uittekenen over lexicografie en over de wetenschappelijke methode, spellen en verhalen verzinnen die de Limes weer zichtbaar zouden maken, museale elementen bedenken en regisseren over Vermeer en tinkeren met draagvlak-vraagstukken. Mijn inzichten in wat hoe belevingen ons aantrekken en vormen, groeiden en verfijnden tegelijk. Die mix van lichamelijkheid, verwondering, emotie, zelfbeeld en sociale deelbaarheid werd dag na dag helderder, terwijl ik de bevindingen van Kahneman, Tversky en anderen probeerde om te zetten naar concrete toepassingen.
Het begon allemaal goed en ik haalde bijzonder veel voldoening uit de opdrachten, maar weerom lichtte het succes me voetje. Ik wou niet in dezelfde val trappen als de vorige keer, en wierf personeel aan… Maar daarvoor bleek ik helemaal niet in de wieg gelegd, heet het dan eufemistisch. Drie jaar later al was mijn Tinkerbel gaan vliegen…

2015 • ovum perplexicorum

Nog eens tien jaar later mikken we op scheepsrecht.  Content blijft een hoeksteen, de zin in maatschappelijke relevantie een andere en intussen komt er nu ook een stevige strategische pijler bij. Van experience economy ben ik doorgeschoten naar transformation economy. Het imagineeren was na Tinker uitgemond in social marketing waar ik mijn ervaring over beleven, inspireren, motiveren en appelleren ten dienste kon stellen van allerlei overheidsvraagstukken. Verder bouwend op de inzichten van gedragseconomen enerzijds en imagineers anderzijds heb ik in 2009 het 7E-model uitgetekend, dat gaandeweg steeds populairder is geworden.
Dat had ik overigens niet verwacht. Ik had het model voor mezelf ontworpen als houvast, en had eigenlijk gevraagd aan anderen om het bij te schuren en aan te passen. Dat heb ik intussen zelf ook gedaan, waardoor ik nu met 12 E’s en 7 submodellen bezig ben. Daarover wil ik de volgende weken ook wel blijven bloggen, terwijl ik ermee aan de slag ga bij overheden en diverse instellingen.

Ovum watte?

1001004004464096Ovum Perplexicorum‘ is trouwens potjeslatijn voor ‘Het Ei van Verwondering’. Dat zou netjes ‘ovum rerum perplexorum‘ moeten zijn, maar ‘perplexus‘ heeft een te negatieve connotatie, terwijl Komrij een aantal jaren geleden het heerlijke ‘perplexicon‘ boven de doopvont hield: een bloemlezing nonsensliteratuur. En gezien ik nonsens bijzonder belangrijk vind – het ondergraaft ons misplaatst vertrouwen in de waarheid van de voorgestelde wereld – kon ik die naam niet laten liggen. Ergo: perplexicorum.

De volgende jaren hoop ik mijn ei helemaal uit te broeden, al weet ik nog niet of er een kip, een uil, een struisvogel of een krokodil uit zal kruipen.

En nee, in 2025 begin ik niet nog eens…