Ode aan Oote

schermafbeelding-425

Dat ik een zwak heb voor Jan Hanlo’s Oote Oote Boe, zal je misschien al weten.

img_0058

Je hebt misschien ooit het filmpje gezien waarin ik het gedicht een beetje waardig probeer voor te dragen? Een filmpje dat, naar ik vernam, trouwens soms in lessen Nederlands wordt getoond, tot grote ergernis van de leerlingen, die dan ’s avonds hun beste Nederlands bovenhalen om enge commentaren te tikken die ik dan weer met sop en spons van mijn wall probeer te schrobben.

Dit jaar bereikte mijn eerbied voor het gedicht, het klankschilderij, een nieuw hoogtepunt. Ik mocht niet alleen opdraven tijdens een viering van 100 jaar Dada in Groningen om nog eens eigenzinnig met de Oote’s aan de slag te gaan, nee, ik mocht ook een tekstje schrijven voor een kunstig kleinood. Of liever: een kleinode. Een Ode aan Oote.
Tussen de bijdragen van jazzpianist Justin Binek, de dichters Ezra de Haan, Wiel Kusters en Karel Soudijn en nog een pak anderen, vind je mijn tekstje.
En voortaan vind je het ook hier:


Vandaag is het liefde

Of het wel een gedicht is. Hoe vaak heb ik die vraag niet gehoord? Kolder, toch? Absurd? Onnozel? ‘Om te lachen’? Alsof dat het minder ernstig maakt.

Ik heb het me eigenlijk nooit afgevraagd waarom Oote me zo trof. Van alle gedichten die we op school voorgeschoteld hebben gekregen, is die me, samen met enkele knapperds van Gorter en de Coninck, best bijgebleven. Een gedicht, had de leraar georakeld, moest je steeds weer verwonderen en op jezelf teruggooien. En dat deed het vanaf de eerste Oote. Mijn mond ging meteen in de juiste stand staan en de verwondering vloog naar binnen.

Oote Oote Oote

Plechtig waren ze, die allereerste woorden, die eerste kennismaking. Plechtig, hoog en overstijgend. Ik ging er rechtop voor zitten, om vervolgens met een ‘boe’ weer onderuit te gaan. Verrukt was ik.

Diezelfde avond heb ik het wellicht tien keer gelezen. Zacht, hardop, traag, snel, met wisselende tempi, vrolijk, melancholisch, bang, bezwerend, vertellend, verliefd, verwijtend, spuwend, zalvend, wiegend maar steeds verwonderd. De verwondering vloog weer naar buiten bij elke lezing, en kroop dan langs mijn oren weer naar binnen.

Dit was muziek, dit is muziek. Dit was een verhaal geschreven met noten waarvoor de balken nog moesten worden gesmeed. Dit is een symfonie schilderd met priegeltekentjes op waterdamp. Onvatbaar en steeds anders. Het werd hoe ik was toen ik het las. Het wordt wat ik voel, terwijl ik bedoel. Het is een deun, een dreun, een drein, een trein die me steeds weer elders brengt op haar sporen die als thema’s door de klanken lopen. Het is jazz, jawel, een tijdloze standard die elke keer weer nieuwe interpretaties toelaat en nooit aan rijkdom inboet.

Kolder, toch? Ik weet het niet.  Is Ornitology kolder? Take Five?

Ah ach ah ach

Vandaag is het een psychologische roman. Ze laat zich verleiden tot zelfmedelijden, mijn personage, maar ze weigert zich ook te laten meeslepen. Boe, schudt ze haar mijmeringen weg, maar ze komen terug en slepen haar steeds weer mee. Zelfs haar weerstand wordt mijmering. Boe wordt oe oe oote. Ah, dat wil ze niet. Het snijdt haar, pijnigt haar en meegevend tuimelt ze in het zelfbeklag, boe hoe. We voelen hoe ze zelfbewust strijdt, smacht, smijt en bevend naar de kunst grijpt. Maar het pakt niet, het vat niet, het doet niets. Doet doe d doe… Snikkend en gekneusd zinkt ze weg in het grote verdriet, waar steeds stiller nog een verweer in klinkt… Haalt ze het?

Boe

Morgen is het misschien een wals. Of een opera. Een epos, een thriller of een liefdeslied. Morgen is het waar ik zin in heb, en altijd meer.

Dat is de kracht ervan. Ik weet hoe ik erin ga, maar nooit hoe ik eruit kom. Het speelt met je, en laat je jezelf ontdekken als een Rorschachtest van klanken.

En dat geldt vast ook voor mijn publiek wanneer ik het breng. Sommige mensen worden er kwaad van, en gaan schelden, anderen gaan lachen en nog anderen laten de verwondering naar binnen vliegen.  En laat het mij net daar om te doen zijn. Ik hou van Oote. Het ontvouwt zich elke keer weer anders, en het is altijd groter langs de binnenkant. Het is o zo dens, compact, dicht, dichter, dichtst.
En dan durven ze vragen of het wel een gedicht is.

Boe.


Justin Binek in actie

Uw dienares

 

Meer informatie over Uitgelezen Boeken, Katern voor boekverkopers en boekenkopers: www.uitgeverijdebuitenkant.nl.

Beslist feminist? Eerder verward, eigenlijk.

Met de ‘Beslist Feminist’-blog wil de Vrouwenraad ‘een dynamische plaats maken waar een resem van stemmen zich kan uitspreken over hun visie op en/of de relevantie van feminisme in hun dagelijkse leefwereld.’ Of ik iets wou schrijven op de blog, was de vraag.

shutterstock_324123977

De Vrouwenraad startte in mei de ‘Beslist Feminist‘-blog. Met deze blog willen ze ‘een dynamische plaats maken waar een resem van stemmen zich kan uitspreken over hun visie op en/of de relevantie van feminisme in hun dagelijkse leefwereld.’ Tientallen boeiende personen deelden er al hun feministische mijmeringen, van de politici Meyrem Almaci,  Wouter Beke, Gwendolyn RuttenJohn Crombez tot Bart De Wever, en met bijdragen van geliefde kennissen als Petra De Sutter  en Alona Lyubayeva
En toen vroegen die lieverds warempel ook of ik iets wou schrijven. 

Ik wou wel, liet ik weten, maar… ik weet niet of ik wel beslist feminist ben. “Ik hoop het eigenlijk wel, want ik associeer het met gelijke rechten, gelijke kansen, openheid voor expressie en invulling en gelijke waardering van inbreng, inspanning en resultaat. Waarden die ik zelf wel hoog in het vaandel wil dragen.
Alleen… 

Ik weet niet of ik een feministe ben. Ik geef toe dat ik heel zelden naar mijn omgeving of ‘de maatschappij’ kijk vanuit die taxerende blik. Toch lijkt me dat ook dat een vereiste om de naam te kunnen dragen. Net zoals je jezelf pas socialiste, atheïst of existentialist kunt noemen als je je omgeving regelmatig vanuit dat kader bekijkt. Ik zet die bril wel eens op wanneer ik merk dat een filmheld weer een man is, wanneer blijkt dat sommige jongens mijn ‘Plafondmeisje’ niet willen lezen ‘omdat het over een meisje gaat’ of wanneer een moeder me trots omgekeerd normerend zegt dat ze haar dochter ‘nooit een prinsessenkleedje zal geven. Maar is dat genoeg om de naam in volle ornaat te kunnen dragen?”

De rest van mijn mijmeringen lees je uiteraard best op de blogsite zelf.
Veel leesplezier.