Nog meer leesvoer: van nudging tot information overload?

boeken

“Maak het gemakkelijk” is een van de leuzen van het nieuwe gedragsdenken. Als je mensen tot verandering wil aanzetten, moet je niet zozeer hun rationele hersencellen belagen, maar de info tot het noodzakelijke beperken.
“Maak het aantrekkelijk, concreet, persoonlijk, eenvoudig en behapbaar met clusters, kapstokken, infographics”, schreven we in het 7E-boek. “Make it easy”, heet het bij het Behavioral Insights Team. “Understand mapping” en “Structure complex choices”, zeggen Thaler en Sunstein. Iedereen wijst erop dat zwaar focussen op kennisdeling niet de meest effectieve werkwijze is…

En wat doen we zelf? We geven toespraken, schrijven blogs, leggen het uit op radio en tv en publiceren wekelijks nieuwe boeken en rapporten.
Deze maand alleen al verschenen meer dan 1000 interessante pagina’s, die ik – eerlijk is eerlijk – niet verwerkt krijg. Er ligt een berg aan gedragsinzichten waar ik maar niet overheen geraak…

Een greep uit het nieuwste aanbod

pre-suasion-sq-500x500Robert Cialdini: van overtuigen tot voor-tuigen

Meneer Beïnvloeding himself, Robert Cialdini, heeft ook een nieuw boek. Dertig jaar na ‘Influence, the power of persuasion‘ volgt nu ‘Presuasion, a revolutionary way to influence and persuade‘.

In het nieuwe boek blijft hij wel bij zijn bekende principes (wederkerigheid, consistentie, sociale bewijskracht, schaarste, sympathie en autoriteit) maar hij poetst ze op en vult ze aan. Zo wijst hij erop hoe belangrijk timing is. Je kunt het best een beroep doen op het wederkerigheidsprincipe meteen nadat iemand heeft erkend dat je iets voor hem of haar hebt gedaan.

Hij heeft ook meer aandacht voor ‘priming’. Sociale bewijskracht werkt wel vaak, maar slechts als ik me met de sociale voorbeelden wil en kan identificeren en die mindset kun je met priming tijdelijk wat bijsturen. Je moet het overtuigen voorbereiden, legt hij omstandig uit. Vandaar ‘pre-suasion’.

En uiteindelijk introduceert hij ook een zevende principe – alle goede modellen bestaan immers uit 7, nietwaar. Die zevende mondt net uit de vaststelling uit de vorige alinea: het belang van ‘eenheid’. Als je erin slaagt om je luisteraar deel te laten voelen van jouw kring, zal die sneller volgen.

Cialdini, R., Presuasion, a revolutionary way to influence and persuade, Random House Books (2016) – 978-1-847-94142-8

hermsenHermsen en Renes herschikken de kennis

Gedrag sturen doe je niet met een handvol trucjes of vier inzichten. Nee, gedrag is complex en veelzijdig en dus moet je ook naar een integrale oplossing streven en bereid zijn om op lange termijn te denken en zelf ook flexibel te bewegen. Op die spijker slaan Sander Hermsen en Reint Jan Renes terecht hard in hun Draaiboek Gedragsverandering. Je kunt niet zomaar even twee principes lenen bij Cialdini of Ariely en dan maar hopen dat je campagne slaagt.
“Uit alle kennis over gedragsverandering selecteren campagnemakers en andere communicatieprofessionals vaak wat het makkelijkst of snelst is, maar dat is niet altijd het meest effectief”, vertelt Reint Jan in een interview met PubLab. Hun boek wil dan ook een overzicht van de gedragswetenschappelijke kennis bieden en helpen in het “filteren van wat belangrijk is voor jouw specifieke vraag.”

Daartoe herschikken de Utrechtse onderzoekers de bekende inzichten in vijf handzame clusters:

  • gewoontes en impulsen’ met aandacht voor o.a. de automatische piloot, context, triggers, priming en landscaping en defaults;
  • weten en vinden’ met aandacht voor o.a. normen, cognitieve dissonantie, en weerstand;
  • zien en beseffen’ met aandacht voor o.a. zelfkennis, feedback en framing;
  • ‘willen en kunnen’ met aandacht voor o.a. intrinsieke en extrinsieke motivatie, commitment, negatieve en positieve emoties en frustratie;
  • doen en blijven doen’ met aandacht voor o.a. concurrerend gedrag, doorzettingsvermogen, mental accounting, zelfnudges, terugval en ondersteuning.

Om er ook daadwerkelijk mee aan de slag te gaan biedt het boek tenslotte nog richtvragen, die je kunt vergelijken met de checklists uit het 7E-boek, en werktips. Lijkt me zeker het proberen waard.

Hermsen S. en Renes R.J., Draaiboek Gedragsverandering. De psychologie van beïnvloeding begrijpen en gebruiken. Business Contact (2016) – 978-90-470-0975-7

De ‘nudge units’ brengen verslag uit

Zowel de Britse als de Amerikaanse nudge teams, die respectievelijk eigenlijk het Behavioural Insights Team en het Social and Behavioral Sciences Team heten, stellen hun jaarrapport ter beschikking.

Het BIT deelt hierbij ook informatie van hun kantoren uit Sydney, New York en Singapore. In dat laatste kantoor werd overigens een interessante gedragstool ontwikkeld die zou moeten helpen om discriminatie bij werving en selectie tegen te gaan. Het BIT houdt het niet bij successen alleen, maar deelt ook de flops omdat we nu eenmaal net zoveel kunnen leren uit mislukte nudges als uit geslaagde. Ze beloven overigens om de volgende maanden dieper in te gaan op hun bevindingen via hun blog. Kwestie van ons van leesvoer te blijven voorzien.

The Behavioural Insights Team – Update Report 2015-16

The Social and Behavioral Sciences Team – 2016 Annual Report

Primen of verzuipen

Ik vind het schitterend uiteraard, dat er zoveel info wordt gedeeld en dat de aandacht voor gedragsinzichtelijk ingrijpen en communiceren niet verslapt. Dagelijks verschijnen er artikels, studies en bedenkingen. Dagelijks ontdekken we meer over wat werkt en wat niet.

Dit helpt de praktijkwerkers die de tijd vrij kunnen maken om bij te lezen uiteraard vooruit, en het stimuleert wellicht ook anderen om zich er toch eens aan te wagen. “Als iedereen ermee bezig is, moet ik het misschien ook wel eens bekijken?”, nietwaar.

Maar tegelijk wordt het aanbod wel heel groot en, zo weten we uit onze eigen inzichten, dit kan afschrik wekken. Als je dagelijks een post krijgt over een ‘zeker te lezen’ artikel of – godbetert – een boek of een rapport van 100 pagina’s, ben je misschien eerder geneigd om de beker aan je voorbij te laten gaan.

Dat wordt misschien wel dé uitdaging van de volgende jaren: hoe houden we het overzichtelijk?

Tweehonderd jaar gothic…

Precies 200 jaar geleden betrokken Lord Byron, Mary Shelley, Percy Shelley en John Polidori de Villa Diodati in het Zwitserse Cologny voor een huiveringwekkende driedaagse. Drie dagen lang zouden ze er elkaar verhalen vertellen die pasten bij het verschrikkelijke weer. Percy bedacht een spookverhaal, zijn vrouw Mary verzon Frankenstein, Byron bedacht A Fragment dat door Polidori werd uitgebreid tot The Vampyre, het verhaal dat uiteindelijk zou leiden tot Dracula. Het Gothic genre was geboren.

Jaar zonder zomer

1816 zou bekend worden als ‘het jaar zonder zomer‘,  ‘the summer that never was‘ of ‘eighteen hundred and froze to death‘. Door een vulkaanuitbarsting in 1815 zou het klimaat wereldwijd sterk ontregeld zijn geweest. De temperaturen vielen, het bleef maar regenen en alom mislukten oogsten, die voedselrijken veroorzaakten in Engeland, Zwitserland en Frankrijk en het leven kostten aan zowat 200.000 Europeanen.

Ook in de jonge Verenigde Staten zorgde het weer voor verschuivingen. Heel wat mensen verlieten het zwaar getroffen New England en trokken naar de Midwest. Zo vertrok ook de familie Smith, wat aanleiding zou geven tot de publicatie van The Book of Mormons, het begin van de Mormonen.

Dichter bij huis was Joseph Turner getroffen door de spectaculaire zonsondergangen, te wijten aan het vulkanisch materiaal in de lucht, wat je terugvindt in de gele tinten van veel van zijn werken.

En in Zwitserland, nabij het meer van Genève, werden Byron en zijn vrienden door de onophoudelijke regenval gedwongen binnen te blijven.

Filmisch

De gevolgen van die driedaagse merken we tot op vandaag nog in de bioscoop en in tv-series. Dracula is nog steeds niet dood, vampieren duiken overal op en er is alweer sprake van een Frankenstein-remake.

Maar ook het verhaal van de driedaagse zelf prikkelt de verbeelding. De ‘Bride of Frankenstein‘ van James Whale begint met de vertelling door Mary Shelley in de villa, Ivan Passer verfilmde het weekend als ‘Haunted Summer’ en Ken Russel beschreef de regendagen in ‘Gothic‘ met Gabriel Byrne als Byron, Julian Sands als Percy Shelley, Natasha Richardson als Mary Shelley en Timothy Spall als Polidori. Deze laatste film probeerde de verhalen ook een psychologische onderbouw te geven. Frankenstein zou het gevolg zijn van een miskraam van Mary die haar kind uit de dood zou willen wekken, en The Vampyre zou stammen uit de afgesprongen relatie van Polidori en Byron, waarbij homoseksualiteit en zelfmoordgedachten voortaan deel zouden uitmaken van het vampieren-canon.

Een boeiende driedaagse, kortom. Ik zet vanavond alvast een oude Frankenstein op. En misschien ook nog wel Interview with the vampire. En nu maar hopen op regen.

Niks zo zinnig als onzin

sensible_nonsense_by_astral_haze-pngIk ben dol op onzin.
Het maakt me niet alleen aan het lachen, het geeft me ook echt een opgelucht gevoel. Het peutert die wanden van ernst en zekerheid open waartussen we overdag kleine rondjes lopen. Een rondje voor ons werk, een rondje voor de omgeving, een rondje voor onszelf, een rondje omdat het nu eenmaal zo hoort. We lopen de hele tijd maar rondjes tussen muren van grote waarheden, verwachtingen, gewoontes en vaste gezegdes die zo troebel zijn geworden dat we de buitenlucht niet eens meer zien.
“Hoe gaat het?”
“Goed. Druk, he. ’t Werk.”
“Ja… Je komt toch ook naar de vernissage?”
“Tuurljk!”

Het is belangrijk dat je die vernissage ziet, die nieuwe modezaak, dat sublieme optreden, die onwaarschijnlijke tentoonstelling, dat je dat boek leest, gaat eten in die ene zaak, op reis gaat naar dat verreweggebied of gaat kijken naar die nieuwe film die zoveel prijzen won in Cannes/Berlijn/Hollywood. Je zet je in voor dit of tegen dat. Je doet mee met die beweging waarvoor je minder moet eten, minder mag drinken, net meer gin & tonic moet drinken, moet rennen, springen, vliegen, duiken, vallen en alsjeblieft wel weer moet opstaan. Achteraf kun je – bij het nuttigen van een glas spuitwater/cava/kombucha/appelthee-maar-niet-van-die-zoete/nespresso/oh-nee-zeker-geen-nespresso/nee,dan-toch-maar-thee-want-thee-is-wijs-is-altijd-goed,-ja-thee, T-moet – naar believen uit een van de volgende thema’s: banken, vrije meningsuiting, IS, N-VA, klimaat, de angstcultuur, GMO, de kloof tussen (in te vullen naar wens), burn out, langer werken, vakantie, auto’s, verkeer, fijn stof, cultuur en vele, vele anderen (“natuurlijk van Arcade“).
Dat is belangrijk.
Dat is zin.

tumblr_m0y44f2NQi1qld8l1o1_400Zin van onzin?

Ik vind dat dus ook, he. Dat is zin. Zin die we met zijn allen bouwen, woordje na woordje, komma na komma, de punt uitstellend tot op het eind van de pagina en liefst daar voorbij.
Maar soms, wanneer de avond valt over de pantoffels die ik niet aantrok omdat ik er geen fut meer voor had, en daarbij nog eens zijn knie bezeert, heb ik geen zin in zin. Dan wil ik een schaar, en knip ik me een weg naar buiten. Knip door een bijzin, snap door een nu niet meer zo zelfstandig naamwoord, scratch door een taalregel, een regel, een tussenderegel en snip snap door de hele wereld van papier heen tot ik buiten sta, bedekt met restjes alfabet en flarden tekst. De E’s gooi ik dan weg en ik ga O’s zeven tussen de Ah’s en Hi’s, terwijl de U’s mogen toekijken.

Onzin is ontsnappen. Onzin is vrij zijn. Onzin is de wereld de wereld laten, alles laten zelfs en vooral geen wereld eigenlijk. Nee, onzin is net niet wereld is onwereld, en giechelen om het stoute onzeggen, onspreken en onmoeten. Zonder T graag, want dat moet al teveel.

Gewoon wij. En het ongezegde. En de Jabberwocky uiteraard. In het Afrikaans, want het is woensdag.

Zin in onzin?

Haast je dan als een ei op wielen naar de boekhandel voor Het Perplexicon van Boelens en Komrij, met teksten van Lewis Carroll, Woody Allen, Ionesco, Becket, Charms, W.C. Fields, Jan Hanlo…