De 30 verzen van De Onweg

In de lente van 1985, ik was toen 20, mijmerde ik me gek over waarheid en waarden. Wat is? Wat moet? Waar eindigt de kijker, waar begint de wereld? Wekenlang hield ik een boekje bij waarin ik die mijmeringen in de stijl van de Tao-Te-Tjing neerschreef.
Meer dan dertig jaar later kreeg ik ze weer in mijn handen en kon ik ze eigenlijk nog wel smaken. Ik zou ze vast anders schrijven nu, maar interessant vind ik ze nog steeds. Jij ook?

~ I ~
Een bloem wordt bloem genoemd
en een vogel vogel.
Maar wat bloem genoemd wordt
is slechts bloem
en wat vogel genoemd wordt
is slechts vogel.
Daarom kan de mens de vogel niet vangen
en de bloem niet plukken.
Alleen noemen kan de mens.

~ II ~
In het begin was er niets.
In het begin was er geen begin.
En het niets werd,
want het niets werd genoemd.
En het niets werd iets.
De mens maakte het iets.
De mens maakte de wereld,
want de mens noemde de wereld.

~ III ~
Een wereld zonder naam
is geen wereld van mensen.
Een wereld met naam
is geen wereld die is.

~ IV ~
Er is alleen de wereld die genoemd wordt.
De weg van het noemen is geen weg.
De weg van het noemen is onweg.
Want de weg van het noemen is de weg van de schijn.

~ V ~
De onweg toont geen Waarheid.
De onweg toont geen Leugen.
De onweg maakt de waarheid.
De onweg maakt de leugen.
De onweg vernielt de waarheid.
De onweg vernielt de leugen.
De onweg is schepper en vernieler van alle wezen.

~ VI ~
Wie de onweg verlaat, vindt geen weg meer
Want de onweg is de enige weg.
Wie de onweg volgt, denkt een weg gevonden te hebben.
Maar de onweg is geen weg.
Wie de onweg volgt, bedriegt zichzelf.
Wie de onweg verlaat, is maar van één iets zeker:
dat ze maar van één iets zeker is.

~ VII ~
Wie iets zegt over mensen
zegt iets. Misschien over mensen.
Wie iets zegt, vernietigt het,
want hij volgt de onweg.
Wie iets zegt, maakt het,
want hij volgt de onweg.
Wat gezegd wordt,
is een nieuwe wereld
en een oude vernield.

Wie wat ook zegt over wat ook waneer:
het is interpretatie.

~ VIII ~
Er is maar één onweg
maar die gaan allemaal een andere kant op.

~ IX ~
Elke mens heeft een onweg.
Elke mens heeft een andere onweg.
Elke mens gaat een andere kant op.

~ X ~
Elk denken is noemen.
Elk denken is interpreteren.
Elk denken is maken.
Elk denken is vernielen.
Elk denken is onweg.

~ XI ~
Wat is, hoeft niet te zijn.
Wat niet is, hoeft niet niet te zijn.
Iets bestaat maar bij gratie van anderen.
Iets bestaat maar voor iemand.

~ XII ~
Het ultieme goed is het ultieme slecht.
Er is geen goed. Er is geen slecht.
Ik maak mijn goed. Ik maak mijn slecht.

Goed en slecht zijn kiezelstenen op een onweg:
ze vormen de weg en doen alsof die ergens heengaat,
maar uiteindelijk
doen ze alleen de voeten pijn.

~ XIII ~
Ja en nee zijn onweg.
De uitersten van een lijn.
Zijn punten op een cirkel.
Ze lopen in elkaar over.

Er is geen ja en nee.
Er is geen zwart en wit.
Er is geen links en rechts.
Er is geen man en vrouw.
Er is geen goed en slecht.
Ze lopen over in elkaar.
Proberen ze te splitsen is onweg.

~ XIV ~
Alles is één
en alles is vele
en alles is niets.

Er is geen verschil.
Er is geen gelijkheid.
Gelijk en verschil zijn namen.

~ XV ~
Er is geen begin.
Er is geen oorzaak.
Er is geen einde.
Er is geen gevolg.
Er is alleen wat is.
Soms.

~ XVI ~
Onwegen zijn niet nutteloos.
Dit wil zeggen: ze kunnen een doel bereiken.

Doelen echter zijn nutteloos.
Want er is geen doel voor hen
behalve het doel
dat door de onweg gepredikt wordt.

~ XVII ~
In het begin was er Angst.
En de Angst werd niet genoemd.
De Angst was onnoembaar.
De Angst is onnoembaar.

De mens voelde de Angst.
En de mens vluchtte de Angst.
Hij noemde de Angst om de Angst te vluchten.
Zo maakte de mens de onweg.

~ XVIII ~
De mens heeft smaak
want de mens heeft Angst.

Dus kiest de mens dat wat hij gewoon is.
De mens kan zijn onweg niet verlaten.
Hij is bang dat zijn onweg niet de weg is.
En terecht.

Smaak is zelfverdediging.

~ XIX ~
De onweg doet handelen.
Maar de wijze handelt niet volgens de onweg.
De wijze houdt zich bezig met wat haar bezighoudt.

~ XX ~
De wijze doet niets slecht.
De wijze doet niets goed.
En toch doet de wijze.
De wijze gaat nergens heen.
Dus kan ze niet verkeerd lopen.
En ook niet juist.

~ XXI ~
Er waren eens drie mensen.
De eerste ging altijd op zijn onweg,
want hij wist niet wat hij deed.
De tweede ging af en toe op onwegen,
want hij wist wat hij deed.
De derde ging nooit op een onweg,
want hij wist niet waarom hij dat moest doen.

~ XXII ~
Ik predik inconsistentie.
Er is geen goed of slecht.
Waarom dan wroeging als je een onweg verlaat?
Wroeging wijst op onweg
maar niet op onwegen.
Ze is betrekkelijk.

Consequentie en consistentie zijn gevaarlijk.
Ze doen het betrekkelijke vergeten.

~ XXIII ~
Welke weg je ook neemt, het is onweg.
Hoe ontwijk je dan de onweg?
Door geen enkele weg te nemen ofwel allemaal.
Zie, daar is de weg van de wijze.
Hij volgt geen weg, maar gaat waar hij gaat.
en doet wat hij doet.
De wijze doet niet door alles te doen.
De wijze gaat nergens door overal te zijn.


De wijze volgt geen weg
en probeert alle onwegen goed te vinden.
De wijze weet dat goed en slecht
de uitwerpselen zijn van zijn bekrompenheid.
De wijze die niemand meer is,
is de wijze die vrij is,
want hij heeft zijn bekrompenheid overwonnen.

~ XXIV ~
Elke weg is onweg.
Elk denken is bedenken.
Elk oordeel is vooroordeel.
Elke redenering is posthoc-redenering.
Elk geloof is bijgeloof.
Elke waarheid is starheid.
Elk woord is antwoord
op de vraag: hoe ontstaat de wereld.

~ XXV ~
Onwegen die botsen
maken mensen die denken dat onwegen wegen zijn hitsig.
Ze willen de andere onweg weg
en hun onweg als enige weg.
Consistente mensen zien de betrekkelijkheid niet.
Ze voeren oorlog.

~ XXVI ~
Consistente mensen zijn ongelukkig.
Hun onweg is niet recht.
Ze zondigen dagelijks.
Consistente mensen zien de betrekkelijkheid niet
en worden ongelukkig
omdat hun onweg de weg niet is.

~ XXVII ~
Geluk en ongeluk
zijn de wegwijzers van de onweg.
Ze zijn de onwegwijzers.

De wijze kent geen geluk
maar ook geen ongeluk.
Want hij volgt geen onweg.
Want hij hoeft niet consistent te handelen.

~ XXVIII ~
De wijze volgt geen weg.
Hij gebruikt de formule van de kat.


De formule van de kat
is kritische genegenheid.

Zoals een kat traag om iemand heen loopt,
hem liefkoost en bestudeert,
haar vleit en onderzoekt
en vlucht wanneer die haar wil aaien,
zo ook loopt de wijze op een onweg.
Hij opent zijn hart om alles te ervaren.
Zij opent haar ogen naar alle mooie hoekjes
Maar als de onweg zich om hem wil sluiten,
vlucht ze weg.


Ze is genegen maar kritisch.
Ze vindt alles goed, maar relativeert.
Ze is genegen en kritisch.

De formule van de kat
is de manier van de wijze.

~XXIX ~
De manier van de wijze is geen onweg.
Want de manier van de wijze is geen manier.
De onwijze ziet de manier van de wijze als een manier.
Maar de manier van de wijze
is wel een wijze voor de onwijze
om de manieren van de wijze over te nemen.

De manier van de wijze die beschreven wordt
is niet de manier van de wijze.
De formule van de kat die gedacht wordt
is niet de formule van de kat.

Want de kat denkt niet
en de wijze beschrijft niet.

~ XXX ~
‘De onweg’ is geen weg.
Ze is een brede onweg.
Ze is een onweg want ze is gedacht.
Ze is een onweg want ze noemt.
Ze is een onweg want ze pleit.
Ze is een onweg want ze keurt af.

‘De onweg’ is een boek
dat ertoe kan leiden alle onwegen te verlaten
en te zijn zoals men is.

‘De onweg’ is een onweg.

Tussen de gaten van mijn geheugen

Bij de opening van het academisch jaar ’84-’85 gaf ik mijn eerste universitaire lezing. Het was als grap bedoeld. Ik was kringverantwoordelijke en zou een nep-les geven aan de nieuwe eerstejaars. De psychologische kring wees dooprituelen toen al resoluut af. Verder dan een nep-les gingen we niet. Dat ik zelf pas een tweedejaars was en een heel onwaarschijnlijke professor moest voorstellen, vonden we blijkbaar geen bezwaar. Dit werd lachen. Alleen… ik liet me meeslepen en bedacht een echte les, met een echt onderwerp dat me toen al mateloos boeide. “Wij”, zo begon ik de les. “zijn ons geheugen. En het ding deugt langs geen kanten.”

Vijfendertig jaar later ben ik het er nog altijd mee eens. Dat moet wel, want ik heb de herinnering vast bijgekleurd zodat ze past bij mijn huidige ideeën. Toen al vertrouwde ik mijn geheugen niet en nu zo mogelijk nog minder. En toch, zo besefte ik, zijn we veroordeeld tot dat geheugen. We hebben nauwelijks een direct contact met ons leven, met dat opgehemelde ‘nu’. “Er is geen ‘nu’,” oreerde ik, “Nu is altijd net weg. Datgene waar je mee omgaat, is een herinnering aan een serie gewaarwordingen gefilterd door een ouder set fluïde maar kristalliserende herinneringen.”

“Dit wil ik voor altijd onthouden”

Oh, we kunnen wel zorg dragen voor ons geheugen. Dat besef ik. Maar dat spreekt het probleem niet tegen, het bevestigt het net: ons geheugen is stuurbaar en dus onbetrouwbaar. Voor elke herinnering die ik bewust verwoord en zorgvuldig heb opgeslagen – met wisselend succes overigens – heb ik er duizenden onbewust op een compleet toevallige, achteloze wijze in een hoek gegooid.

Op een bepaalde middag diezelfde maand stond ik op een rotonde in de buurt van de Lovensveldstraat in Kesselo uit te kijken in de richting van een supermarkt. Kan ik dit beeld inprenten, vroeg ik me af. Kan ik dit zo goed in me opnemen dat ik het decennia later weer kan oproepen? Een uur lang heb ik daar gestaan. Dat had ik mezelf opgedragen. Ik zou ook zo weinig mogelijk verwoorden, maar vooral het beeld proberen op te slaan.

Zonet heb ik mezelf voor het eerst in al die tijd toegestaan om met Google Maps na te gaan of het beeld dat ik me nog herinner wel strookt met de realiteit… Ik had nog wel een ‘weide’, ’rotonde’, ‘open ruimte’ en ‘supermarkt’ in gedachten, maar die stonden niet op de plaats waar ik me herinner en zagen er ook helemaal anders uit. Nu is er wellicht wel wat veranderd aan de omgeving, maar de supermarkt zal vast niet verplaatst zijn naar de overkant van de straat. Het opmerkelijkste is echter dat ik enkel de verwoordbare dingen min of meer kon oproepen. Wat ik niet verwoord heb, was uitgewist.

Een woord, een anker

Ik geloof nogal in het bouwende en verbindende belang van narratieven: verwoorde connecties van ideeën, beelden, gevoelens, handelingen, betekenissen… We onthouden narratieven veel makkelijker, omdat ze enerzijds – dit is trouwens nattevingerwerk, hoor, geen wetenschappelijk betoog – associatief veel ankers uitgooien en anderzijds emoties kunnen oproepen die de geheugensporen versterken. Elke woord kan een pak associaties in zich dragen en is zo een stevig anker; emoties zijn de klimplanten die rond de ankerlijnen kronkelen en ze vaak organisch lijken vast te zetten, maar vaak ook verhullen.

Begrijp me niet verkeerd, ik weet ook wel dat een madeleine een verloren tijd weer kan laten opduiken. Een melodie kan een hele sfeer oproepen en een oude foto trekt een blik aan herinneringen open, ja, een geheugenpaleis kan boeken vol informatie bevatten… Maar narratieven maken het toch hanteerbaarder. Een goed geheugenpaleisbouwer zal overigens niet die ene telefoon met dat kleur en die stekker op dat kastje zetten om een bepaalde associatie op te roepen. Een algemeen idee van telefoon kan vaak volstaan. In de tekening hierboven tekende ik niet per se de televisie, of de bank, of het tapijtje waarmee ik ben opgegroeid. Ze volstaan om de associatie op te roepen via enkele in mijn hoofd verwoorde en zo verankerde elementen. Zelfs het wit-met-rode jurkje dat meermaals op de prent terug komt, klopt niet. Ik vermoed niet dat ik dat ooit heb aangetrokken. Wiske had dat jurkje en Wiske was ook prominent aanwezig in mijn jeugd, maar dat was niet het jurkje dat ik zo vaak bij mijn nicht ging lenen. Als ik mij niet vergis, was dat monochroom rood of roze. Maar wellicht vergis ik me.

Een tekening van een huidig verleden

De tekening die ik deze week maakte, is dan ook geen tekening van mijn jeugd. Die kan ik niet maken. Mijn herinnering aan mijn jeugd zit vol gaten en wat tussen de gaten in hangt, is bijgekleurd, aangedikt, geselecteerd en misschien onbewust maar wel doelgericht gefilterd om beter te passen in een huidig zelfbeeld. Mijn therapeute vroeg me om de kleine Franky te tekenen. Verder dan dit geraak ik niet.

Het ziet er pijnlijker uit dan het was, vermoed ik. Ik had helemaal geen droevige jeugd, denk ik. Ik was heel blij en heel vaak onbezorgd gelukkig. Een paar kleine kiezels zijn echter in mijn sokken blijven steken en zijn zo tussen mijn tenen geraakt waar ze wondjes hebben veroorzaakt die zijn gaan etteren en die decennia later littekens opleverden. Ik heb het er de voorbije therapeutische sessies vaker met mijn therapeutes over gehad en ik vermoed dat het praten de littekens steeds groter maakt eerder dan ze weg te werken. Wat je benoemt, krijgt massa. Wat je benoemt, wordt verankerd en wordt herinnering. Omgaan met jeugdherinnering is dan ook altijd een creatie van een nieuwe jeugd in een huidig verleden.

Wat probeer ik dan eigenlijk te verwerken tijdens die sessies, vraag ik me af. De gecreëerde jeugd of de stiften die ik hanteer om die jeugd bij te kleuren? Best lastig wanneer je beseft dat ook die stiften zijn aangeboden door gecreëerde en bijgekleurde herinneringen… Het tapijt rafelt uiteen wanneer je aan een los draadje gaat trekken. Als ik mijn geheugen ben, en mijn geheugen is een onbetrouwbare constructie… wat zegt dat dan over mij?

Ja, dat zou lachen worden, die nep-les, dachten we vooraf. Maar ik liet me meeslepen. Het werd de ernstigste lezing van mijn leven.

Moving to Watopia

I am considering moving to Watopia, maybe rent an apartment in the Italian Village or in the Spruce Goose if it’s for hire. I could work from there, logging into the real world from time to time if I really have to.

I live in Breda, the Netherlands, now with my two little robots, R2D2 and BB-8. I’m a Belgian by birth and still work a lot for Belgian customers. I started out as a copywriter in the early nineties and since then I’ve made television programs, wrote children’s books, developed musea, created a behavior change model that is used by the Belgian government, worked in a factory, advised that government and several cities on all sorts of topics, been a spokeswoman for LGBT rights, chief editor for magazines… and I’m always surrounded by computer screens. I love computer screens.

Yet I knew I had to get this body moving. It tends to start looking like a hump of meat with bones sticking out, and since I do need to go amongst the living from time to time, I do have to take care of it at least a little. I am not a sportive woman. Ever since I was little I dreaded sports. I was clumsy, short of breath, too heavy and I have problems with depth perception. Don’t throw the ball at me. The only movement I did enjoy, was sitting on a bike. Not that I could ride very fast. I couldn’t. I can’t. But I thought it was fun.

When I turned 35 I got a racing bicycle. A Kuota Kharma. I have no idea whatsoever if that’s a fine bike or a piece of rubbish. I liked the color. So I started riding. And I kept on riding. I rode the Tour of Flanders ten times – the abbreviated version, mind you, and I took my time. I even started climbing. Up the Alps, up the Tourmalet. And I went down as well. Having no depth perception is a bummer on a bike as well. I would advise against it. You get the urge to bump into things, into people and steer off cliffs. After my last earthward plummet, I decided to stop biking all together.  I seem to have at least a minimal sense of self-preservation.

I had pondered selling my faithful Kharma when I read about Zwift. A virtual world? Where you can bike without falling? Where no one laughs at you because you’re slow or because you look weird? Sounds like my kind of place. I got there last year, but it didn’t stick. I was overwhelmed, I supposed. I tried again this year during the Tour de France, and obliged myself to ride whenever the pros were entering the last 40 km. And that’s when I got the taste of it. I started liking the fun and the pain. And I didn’t fall anymore. Yes, I know how to fall with my Tacx. At first, every time I descended a Zwifty hill or another rider came too close, I panicked and jerked myself to the ground. But by the end of the Tour I got used to the whole experience… and I loved it. I loved the scenery, the routes, the sweat, the heightened heartbeat… and the lowered body weight. But what would I do now the Tour had crowned the Welshman?

Zwift Academy to the rescue! I jumped from joy when I read the announcement. There was such a thing as an Academy! With challenges! Workouts! Group rides! Even races! I could be a genuine racer! Yeehaw! I started picturing myself as Marianne Vos, Annemiek Van Vleuten and Anna van der Breggen all rolled into one, weight and age included.

And it was fun. It hurt like hell, but it was bliss. I loved it. And the weirdest part was all the people who started saying: Ride On. I am not a sentimental girl, but I do admit that I got emotional. A professional rider like Leah Thorvilson took her time to answer our questions and gave us tips and cheered us on. This was a new world and I loved it. And I grew thinner. I haven’t been this thin in ages.

And so, I started sharing my joy, my amazement and the wonder I experienced in the only way I know: with silly words and drawings. In that way I wanted to give something back to all the people who have given so much to me, adding on the experience. For slow people like me, it isn’t about the first prize or the fastest lap, it’s about the wonder. Watopia is a wonderful place and a wonderful experience where even silly me can feel like a superhero on wheels. Watopia has been my holiday destination, a place where I have spent several dreams. I talk about it to whomever I meet. I have even incorporated it into a speech I need to give to Flemish government officials. It is changing me. I am becoming a better person; I even start thinking that I might get better at biking as I get fitter. I will try out the other workouts and plans… and then I’ll move in to Watopia. My bags are packed.

(This text appeared first in Zwift Insider)

De verleidelijke bijziendheid van de eenvoud

Deze blog verscheen eerder bij Shiftgedrag.nl.

Alles zou zo eenvoudig mogelijk moeten gemaakt worden, maar niet eenvoudiger”, zou ene meneer Einstein ooit gezegd hebben. Klinkt heerlijk helder, nietwaar? Toch moet ik bekennen dat ik er regelmatig mee worstel. Wanneer is iets eenvoudig genoeg? Wanneer is het net te eenvoudig? In gedragsveranderingsmiddens wordt de fraaie maxime overigens vaak nog bijgeknipt tot het EAST-principe “Make it Easy”. Terecht of niet? Eenvoud helpt om te mobiliseren. Eenvoud maakt hanteerbaar en schenkt de toehoorder zelfvertrouwen. “Dat zal ik kunnen. Dat begrijp ik nog.” Het lijkt een belofte in te houden dat ik ook het vervolg nog wel meester zal kunnen. Ik haak nog niet af. Eenvoud wekt een verwachting, en daar zijn we best blij mee, want verwachting zet de motor in werking.

Belofte maakt schuld

Alleen… verwachting botst ooit op inlossing. Het voorgespiegelde beeld wordt ooit getoetst op een werkelijkheid. Neem de trap, neem de fiets, neem de vegetarische maaltijd wordt dan kreunend de kille trap op, tegen de wind in door het verkeer laveren en happen in die groenten en noten. Hopelijk voldoet de beleving aan de verwachting of overstijgt ze die nog. Geen vuiltje aan de lucht dan. Dan slaan mijn hersenen de beleving op, vrolijk bijgestaan door wat endorfine, dopamine en anandamine.

Is de beleving heel anders dan de verwachting, dan kan het ook nog meevallen. Misschien herinnert de persoon in kwestie zich de geschetste verwachting niet meer precies, of had die deze al wat naar beneden bijgesteld of misschien voldoet de beleving net op een heel onverwachte andere wijze. Weerom blijdschap alom. Maar vaak, al te vaak, valt de beleving tegen. Misschien omdat we zelf niet genoeg aandacht hebben besteed aan het uittekenen en invullen van de beleving, maar net zo vaak omdat de werkelijkheid nu eenmaal veel complexer en veelzijdiger is dan we hadden voorgespiegeld. En dan oogsten we
ontgoocheling. Ook die slaan we op in de hersenen, maar dan onder het kopje niet voor herhaling vatbaar.

De bedrieglijke verwachting van de eenvoudige nudge…

Ik worstel er vooral mee wanneer instellingen of overheidsdiensten me vragen om een introductie te geven over gedragsverandering. Ik krijg dan een uur, soms een half uur maar soms ook mag ik een workshop van een hele dag de toehoorders bijspijkeren in gedragsinzichten. Een vijfjarige opleiding gebald in hooguit acht uur met de verwachting dat we voortaan met zijn allen en met kennis van zaken gaan nudgen.
En ik doe het. “Gedrag veranderen? Denk EAST!” “Zeven handvaten, zeven E’s!” Ik stel het overzichtelijk eenvoudig voor en geniet vervolgens van de opgeluchte blikken in het publiek. Een voorstelling gelardeerd met voorbeeldjes. Een schaal vol voorgesneden stukjes fruit die mensen weghoudt van die plakken cake. De default printerinstellingen op dubbelzijdig printen want je doet echt geen moeite om die weer op enkelzijdig te zetten. De een welgemikte zin over de sociale norm die me er op mijn hotelkamer toe verleidt om de handdoeken nog een dag langer te gebruiken…

… en de complexe realiteit van het beleid

Het publiek applaudisseert. Voortaan wordt alles makkelijker. Nu zal mijn bewoner-burger- klant-cliënt-patiënt-… eindelijk dat gewenste gedrag gaan stellen. We hebben maar 4 (EAST) of hooguit 7 (7E’s) lettertjes nodig.

Tot ze weer op kantoor komen en de grootse vragen overrompelen. Dan gaat het vaak niet meer over het kiezen voor een enkel stukje fruit in dat ene bedrijfsrestaurant, of het nemen van net die ene trap in dat ene gebouw. De vragen die ze op mijn bord krijgen zijn dingen als ‘verhoog de interne milieuzorg van onze organisatie’, ‘ontwerp een mobiliteitsvisie voor de stad’, ‘pak sluikstorten aan’, ‘haal de klimaatdoelstellingen’. Die vragen zijn prangend. De overheid die ze stelt, wacht niet op een oplossing met duct tape die een detail in het grote geheel zal bijkleuren. Ze willen een groot plan van aanpak. En die schrijf je niet met vier letters. Vaak hoor ik dan ook al ontgoocheling als het over nudge of gedragsinzichten gaat. “Daar kunnen we op ons departement niks mee. We hebben dat geprobeerd.” En gecatalogeerd onder niet voor herhaling vatbaar.

Voorbij nudge: op naar een strategische gedragsaanpak

Begrijp me niet verkeerd. Die eerste, vereenvoudigde gedragsinzichten zijn belangrijk. Die visie op de mens als meer dan rationeel kiezer is handig en nodig, maar de nudge-, east-, basic- en andere gedragsmodelantwoorden zijn vaak te bedrieglijk eenvoudig, denk ik. Volstaan die wel? Hebben we niet meer nodig?
Zeker bij complexe thema’s hebben we nood aan een brede blik en lange termijnvisie, nood aan strategische aanpak die zich niet beperkt tot het bundelen van ideetjes en die meer wil zijn dan de som der delen. We hebben nood aan inzichten en werkwijzen die de complexiteit omarmen en daar handvaten voor bieden. Bij vraagstukken die zich over decennia uitsmeren – en dat zijn zowat alle grote uitdagen van deze tijd – willen we methoden die kijken naar de cumulatieve effecten, naar exponentiële factoren, waarbij je vandaag keuzes maakt die al een basis leggen voor een campagne die we over vijf jaar voeren en die op zijn beurt de daaropvolgende zal initiëren. We willen niet elke keer opnieuw dezelfde campagne opzetten maar met andere beelden en een andere ‘creatieve look & feel’. We willen strategisch vooruitblikken.

Strategic units, anyone?

Nu we allemaal nudge units aan het verzamelen zijn en de private sector al een gedragsversnelling hoger schakelt, blijft de vraag naar strategisch gedragsdenken bij complexe vraagstukken nog grotendeels onbeantwoord, lijkt me. Misschien denken we dat het langetermijndenken wel nog aan de natte vinger kan worden overgelaten, of misschien hopen we dat morgen wel voor zichzelf zal zorgen als wij maar goed genoeg omgaan met vandaag? Ik weet het niet. Ik weet ook niet of er overheidsdiensten, organisaties en instellingen zoiets hebben als wetenschappelijk onderbouwde strategische units. Maar als die er niet zijn… moeten we ons daar dan niet over buigen. En de eenvoud aanvullen met complexiteit?

Het plezier van orde en wanorde

Een van de grote geneugten van een rijk gevulde boekenkast is dat je ze steeds weer opnieuw kunt ordenen. Je kunt ze alfabetisch zetten volgens auteur, volgens boektitel. Je kunt ze schikken van groot naar klein, van meest geliefd tot nog niet gelezen. Je kunt ze groeperen per kleur, per geur of per uitgeverij of per taal. Je kunt ze ordenen volgens het aantal pagina’s, het soortelijk gewicht, het langste erin voorkomende woord of de snelheid waarin je ze hebt gelezen. Of associatief want dit boek doet denken aan dat boek. Of in periodes waarin je ze hebt gelezen. Of naar onderwerp, naar thema, volgens het aantal keer dat je hebt gehuild of gelachen of ‘verhip’ hebt uitgeroepen. 

Ik kan eindeloos genieten van ordeningen en opsommingen zoals je die vindt bij Calvino, Borges of Greenaway, nu eens geschikt volgens het alfabet, dan weer tellend van 0 tot 100 in een warrige volgorde. De boeken van Prospero, de sterren van Beta, de spellen van Smut, de dierenlijst van John Wilkins, de onzichtbare steden… Nu eens volgens ze een logische methode, dan weer een heerlijk arbitraire. En dat laatste is zo heerlijk bevrijdend. Het helpt je ontdekken dat elke orde eigenlijk arbitrair is. 

COQgolSUsAAzSPY

Lijst van dieren in een ‘Chinese encyclopedie’ – J.L. Borges

Ontsnappen uit orde

Spelend met classificaties, modellen en structuren ben ik net dat als de eb-en-vloed-beweging van mijn gedachten gaan beschouwen: orde creëren en er iets later weer uit ontsnappen en dan weer in een nieuwe orde neerdalen en dan weer ontsnappen… Een ritme van zalige rust en wonderlijke wanorde, een cyclus zo verkwikkend als in- en uitademen, als ontwaken en slapen. 

De wanorde en veelheid van ideeën, feiten en gegevens maken me onrustig en doen me schikken en ordenen. Ik verzin een model en krijg grip op de wereld die er plotseling helder en bevattelijk uit ziet. Gedrag ontstaat uit 7E’s, een beleving is ELVIS, orde is PRACHT, en goed is een groep WELPJES. 

Daar werk en leef ik een tijd mee. Het helpt mij en – zo merk ik tot mijn heerlijke verbazing – het helpt vaak ook anderen. En dan opeens komt er een andere opdeling langs of een vraag die de ordening onderuit haalt. Het hart wipt op, de ogen gaan wijd en een glimlach krult zich om mijn mondhoeken. Ik zou boos moeten zijn of ontgoocheld, maar zo is het niet. Gek genoeg voelt het breken van een orde als een bevrijding, een vrolijke verwondering die me weer blootstelt aan de oorspronkelijke wanorde die bestond voor het benoemd was. Benoemen schept een wereld, maar vernielt er ook een. Benoeming wissen maakt nieuwe werelden mogelijk. 

BouwstenenModel_180806

Verwondering in eb en vloed

Net zozeer als ik geniet en bijna tranen in de ogen krijg wanneer een orde zo volkomen en wiskundig lijkt, net zozeer raakt het me wanneer ik de weg weer terug vind naar het ongenoemde. Is kunst, zo vraag ik me dan af, niet dat: je losmaken uit bekende patronen, je teruggooien op het ongestructureerde en dan nieuwe patronen aanbieden? En is amusement dan niet het spelen met de bestaande vertrouwde patronen en genieten van hun potentie? Is wetenschap ook niet zoeken naar orde en structuur, het bevragen en weer herschikken, steeds teruggrijpend naar het ongenoemde? Terwijl techniek en technologie werkt met de gevonden structuren? 

Het ene is niet beter dan het ander, denk ik. Ik geloof niet dat het in se beter is om te schikken en te herschikken of gebruik te maken van patronen en vormen of je vol overgave aan het naamloze te wijden. Is inademen beter dan uitademen? Is eb beter dan vloed? De mix doet het voor mij. 

PRACHT. Een orde in de orde.

Omdat ik nu eenmaal graag met dat ordenen bezig ben, heb ik ook een modelletje voor het ordenen bedacht. Je kunt uiteraard structureren zoals je wil, met een natte vinger als leidraad of elk arbitrair principe of helemaal principeloos zoals de wanordelijke lijsten van Borges, Calvino, Joke van Leeuwen en andere meesters van het vrije schikken. Maar je kunt ook voorgeprogrammeerde ordeningen uit de kast nemen. PRACHT is een poging tot schikken van die bekende ordeningssysteempjes. Je bent er niks mee of alles, maar het biedt weerom een houvast in een wereld vol wanorde waar zelfs orde structuur mist.

Hieronder vind je PRACHT in het wielrennen. Wielrenners geordend volgens Plaats – goed voor het supporteren -, Rangorde – goed voor pronostieken -, Alfabet – handig voor het opzoeken -, Categorie – wanneer je een veelzijdig team wil samenstellen -, Hiërarchie – voor het bepalen van prioriteiten -, en Tijd – wanneer je graag de klok volgt. Binnen elk van de opdelingen kun je ook nog gaan kiezen. Plaatsen kun je groeperen, Reeksen en Rangordes kun je opmaken volgens elke kwantitatieve maatstaf, Alfabet voor elk label van naam, voornaam tot teamnaam, Categorie voor elke handige opdeling, eventueel met overlappende Venndiagrammen en meerdere categorische waarden per onderdeel, Hiërarchie in functie van gebruik en Tijd naar de schaal dat jou uitkomt. Tijd is overigens de subgroep van Reeks of Rangorde waar het getal een jaar, maand, dag, uur, minuut of seconde is, maar dat hoeft verder niemand te weten. PRACH is toch net iets mooier met een T erachter, nietwaar.

PRACHT

De figuren op de kaartjes zijn van ProCyclingTrumps.

AANVULLING

Uiteraard kun je per PRACHT-element nog gaan onderverdelen, zoals Andy Kirk van Tableau toonde in The Design of Time.


The Battle of the Models

Moet ik nu boos zijn op mezelf of trots, vraag ik me af wanneer ik het framework van iNudgeyou bekijk. Hun BASIC-framework, dat ze met een stevig academisch team en de steun van de OESO ontwikkelden, sluit onwaarschijnlijk goed aan bij de 12E-methodiek van het 7E-model. Het zou zomaar even gedragsstrategisch werken op zijn kop kunnen zetten.
Ik ben een tikkeltje boos op mezelf omdat ik niet met evenveel kracht het 7E-model promoot en heb gepromoot als zij BASIC in de wereld zetten, maar anderzijds ook wel trots omdat mijn model best wel mag gezien worden naast zoveel academisch vernuft. Joehei!

Wie is iNudgeyou?

iNudgeyou is een Deense groep gedragswetenschappers rond Pelle Guldborg Hansen. Ze worden ook wel de Nudge Unit van Denemarken genoemd en speelden een grote rol bij het bekendmaken van Nudging in Europa. Pelle is dan ook de initiatiefnemer van The European Nudge Network en een groot pleitbezorger van gedragsinzichtelijk beleidvoeren. Grotendeels dankzij zijn lobbywerk werd nudging ook op de agenda van de OESO gezet.

Wat is BASIC?

BASIC is een model dat zich net als de 12E-methodiek van EAST en MINDSPACE onderscheidt doordat het niet alleen enkele handvaten en principes aanreikt, maar ook het proces beschrijft waarmee je nieuwe ingrepen kunt bedenken en in de wereld kunt zetten. Het gaat om een heerlijk bevattelijk acroniem:

B van Behavior: identificeer en conceptualiseer het onderwerp in termen van gedrag. Bij 12E heet dit luik Envision: formuleer je doelstelling als gedrag. Onze Points of Choice heten hier Hotspots; ons Gedragstraject werd Process Chart.

A van Analysis: analyseer de gedragsuitdagingen. Bij 12E hebben we het over Explore: onderzoek je doelgroep, haar context en de drempels tot het gedrag. BASIC gebruikt een inzichtelijke gedragsroos die Attention, Belief Formation, Choice en Determination als analysepijlers voorstelt. Of ik het handiger vind dan mijn misschien wat complexe Gedragsei en de Positieladder, weet ik nog niet. Ik zal het zeker eens bekijken.

Opvallend is overigens dat ook BASIC de hotspots uit het Behavior-luik linkt aan de kern van haar Analysis. Ook bij de 12E-methodiek valt op hoe het Gedragstraject vanzelf overloopt in de Explore-fase.

S van Solutions: identificeer relevante gedragsinzichten om mogelijke oplossingen te bedenken. Dit is het 7E-design-luik van de 12E-methodiek. Net zoals de 7E’s aansluiten bij de 7 velden van het context-ei, sluiten de vier oplossingsvelden van BASIC aan bij haar 4 analysepijlers. Hier mis ik toch het reliëf dat de matrix van de 7E’s en de 4P’s biedt. Anderzijds ben ik misschien ook de enige die dat reliëf verhelderend vindt.

I van Intervention: hier wijkt BASIC af van de 12E-methodiek. Het springt meteen naar Evaluate, dat ze als wetenschappers uiteraard veel beter hebben ingevuld dan ik deed. Ik mis hier wel de Envelop-fase. Waarom wordt niet stilgestaan bij het betrekken van de nodige uitvoerders en het voorbereidingswerk dat hiervoor Factor C-gewijs nodig is? Ik vermoed dat ze vooral op kleinere nudges mikken eerder dan complexe gedragsvraagstukken, waardoor de nood aan complexe context minder groot is. Je moet nu eenmaal minder stakeholders mee in het bad nemen wanneer je voetstapjes naar een vuilnisbak wil schilderen dan wanneer je mensen wil bewegen om vaker de fiets of de schoen te kiezen dan de auto.

C van Continuation: implementeren, monitoren, onderhouden en doorvertellen. Dit lijkt weerom wat te overlappen met Envelop en Evaluate uit de 12E-methodiek, al geef ik meteen toe dat daar niks over ‘knowledge disseminatie’ werd verteld.

De 12E-methodiek bouw ik op dit moment overigens uit met een Execute-luik. Het gaat hier om het groter strategisch kader waarbinnen je de ingrepen uitzet en uitvoert. Niet elke subgroep van je doelgroep zal op hetzelfde moment vatbaar zijn voor dezelfde ingrepen. Wat zet je wanneer in? Wie benader je eerst? Hoe laat je de puzzelstukken ineen klikken?

Dat BASIC dit evenmin vermeldt als de originele 12E-methodiek heeft wellicht ook weer te maken met de schaal van vragen waarmee je te maken krijgt. Hoe groter de schaal, hoe meer nood aan macro-modellen.

(tekst gaat verder onder de modellen)

Het BASIC-model van iNudgeyou
Het BASIC-model van iNudgeyou

De 12E-methodiek
De 12E-methodiek

De ingrepenmatrix gevormd door de 7E-hefbomen en 4 P-stadia

7E van tafel geveegd?

Ik verwacht al enkele jaren dat andere organisaties en instellingen met wetenschappelijk gefundeerdere modellen het 7E-model van tafel zullen vegen. Meerdere academici werken immers met teams van gesubsidieerde cognitieve psychologen en gedragswetenschappers aan het ultieme model. BASIC maakt zeker een kans om dat model te zijn, maar ondanks de fraaiheid van het letterwoord, ben ik nog niet overtuigd dat het ook beter zal werken.

Misschien hoeft het ook niet beter te werken om de werkvloer te veroveren. Sociale steun, een goede marketing en onderbouwde verwachtingen kunnen ervoor zorgen dat gebruikers eerder naar BASIC grijpen dan naar 7E en vervolgens niet verder kijken. En dat lijkt mij prima. Ik ben sowieso al bijzonder trots dat mijn huisvlijt het zo lang volhoudt tegenover academische alternatieven.

Toch wil ik iedereen vragen nog niet te snel naar BASIC te grijpen. Niet alleen vragen Pelle en de zijnen flink wat duiten voor hun masterclasses (1450 euro excl. btw per persoon), maar bovendien komen er dit jaar nog ander modellen aan. Zo kijk ik al met spanning uit naar het model dat rijpt bij Sander Hermsen en de zijnen. Ook het Britse Behavioral Insights Team sleutelt vast wel aan een extensiever model en verwacht je ook maar aan vernieuwende insteken van de gedragsploeg van de Vlaamse overheid.

Hoe dan ook lijken de dagen van het 7E-model me geteld tenzij iemand zin heeft om het te ondersteunen, te helpen ontwikkelen en bijsturen en te helpen uitdragen. In mijn autodidactische eentje kan ik niet op tegen de intellectuele autoriteit van de academische wereld, nietwaar.

BewarenBewaren

Gedragssturing per lopende meter || Update

7E_banner_mini

Een stapel werkblaadjes, kaartensets, waaiers… In gedragssturingsland zijn al heel wat middelen verzonnen om het je makkelijker te maken om zelf gedragssturende campagnes of ingrepen op te zetten. Dat hoort zo. We zeggen immers dat je zelf moet doen wat je predikt, en we prediken vooral gebruiksgemak en drempelverlagende ingrepen.
Zo kan ik vandaag, in deze nog lang niet afgelopen serie ‘kunt u mij de weg naar gedragsverandering vertellen, mevrouw’ een nieuw speeltje beschikbaar stellen: de 7E’s per lopende meter.

Vier meter gedragsverandering

IMG_2509De 7E-banner, zoals ik het ding gemakshalve noem, neemt je op één lang blad mee van gedragsopzet (Envision) tot Envelop/Prepare.
Je begint er uiterst links met de Envision, het neerschrijven van het gewenste doel in gedragstermen: wie doet wat als alles goed loopt. Dit splits je op in een zestal situaties: in welke context doe je dan wat precies?
Vervolgens bekijk je de houding van de doelgroep (Explore). Wie is die doelgroep, welke contextelementen beïnvloeden hun gedrag en hoe zou je hen opsplitsen volgens houding t.o.v. het gewenste gedrag.
Deze eerste twee fases vind je uitgeschreven in het 7E-boek, en vatten eigenlijk een aantal werkblaadjes van het doe-het-zelf-pakket samen.

Vier P’s in fraaie happen

De volgende meters ogen eerder nieuw. Je ziet er de vijf P’s, die ik elders op deze site al beschreef, via grote invulvakken wachten op input. Bij de eerste vier – Prime, Pause, Prove en Program – vind je telkens drie onderverdelingen. Bovenin vul je in wat er nu al bestaat, daaronder noteer je hoe mensen daarop reageren en onderin verzin je bijsturingen of extra ingrepen.

Om die ingrepen te verzinnen krijg je bovendien telkens een aantal lichtgevende vraagjes volgens de E’s van het 7E-model, en enkele mogelijke middelen die ik al regelmatig in die bewuste fase heb voorgesteld.

Op de laatste strook omschrijf je tenslotte ingrepen die je nodig zult hebben om de beslissers, beïnvloeders en uitvoerders mee te krijgen. Eigenlijk zijn dat mini-7E’s, waarvoor je eventueel een extra rondje op het grote vel kunt maken.

Tenslotte biedt de banner ook nog eens alle modellen ter inspiratie.

Makkelijker maar niet makkelijk

Shot with DXO ONE CameraIntussen heb ik deze banner nu al een zestal keer ingezet in heel uiteenlopende situaties, voor even uiteenlopende onderwerpen en doelstellingen, en steeds verrast het zowel mezelf als de deelnemers hoe snel we tot nieuwe ingrepen komen.

Het hele in kaart brengen en overzichtelijk maken van strategische ingrepen wordt er wel een stuk makkelijker door, maar misschien schuilt daarin ook weer een nieuw gevaar.
Door het zo eenvoudig te laten schijnen – wees ‘EAST’, kruis zeven E’s af, doe de gedragstoets – wekken we de indruk dat een gedragswetenschappelijke ingreep die de resultaten gigantisch zal boosten, maar een workshop veraf is. ‘Even met zijn allen rond de tafel zitten, wat met post-its schuiven en we zijn klaar.’
Sta me toe deze verwachting te temperen. Zo eenvoudig is het niet. Wat je na zo’n workshop bijeen hebt, zijn insteken. Meestal ook meer dan eentje.

Verwacht geen abracadabra-oplossing

Vaak ontdek je, na een tijdje werken op een vraagstuk, dat bijsturing van het gewoontegedrag complex is. Vaak zit er een hele lange gedragsketen aan vast. Soms zal blijken dat je iets stevigs kunt bijsturen op het moment waarop de mensen het gedrag kunnen stellen (Pause-moment), – door aandacht te vestigen, te vereenvoudigen, druk te verhogen… – maar lang niet altijd.
Meer nog, hoewel succesverhalen over nudging de indruk geven dat alles goed komt als je een zinnetje anders formuleert of een voetspoorsticker kleeft, is dit echt niet altijd het geval. De lengte van een gedragsketen – van overweging via afspraak over beslissing tot eerste stap en uiteindelijke handeling – en de vele contextuele invloeden bepalen de complexiteit van het gedrag. Hoe complexer die keten, hoe lager de kans dat één enkele toverspreuk de donkere wolken zal doen verdwijnen en het probleem zal oplossen. Meestal is er nood aan een serie ingrepen op verschillende niveaus, van beslissers tot uitvoerders tot einddoelgroep.

Vermijd het kersenplukken

Als je zo’n set aan ingrepen hebt bijeengebracht, zul je verleid worden om er een aantal uit te kiezen. Je hebt immers geen budget om elke schakel van de gedragsketen aan te pakken. Dus haal je eruit wat je meest haalbaar lijkt. En vaak, heel vaak, zul je geneigd zijn om die ingrepen te kiezen die je vertrouwd zijn, en die ook jouw leidinggevenden en collega’s vertrouwd zullen lijken en die op de minste weerstand zullen stoten. Je zult verleid worden om de zoetste kersen te plukken.

Al te vaak komt het er zo op neer dat de ingrepen van de Prime- en Program-fase de meeste aandacht zullen krijgen, terwijl de ingrepen op sleutelmomenten zelf erbij zullen inschieten. Want die vragen om extra vuilnisbakken misschien, of afspraken met horecazaken, of overleg met vakbondsleiders, of het herzien van een website, of het veranderen van de inrichting van de loketten… En net die zijn vaak zo belangrijk en zelfs bepalend voor het slagen of falen van je ingrepenpakket. Let daarvoor op.

Laat ook de Exemplify-ingrepen niet zomaar weg. De geloofwaardigheid van je ingrepen vervalt als je ze zelf niet ondersteund met extra maatregelen, middelen of zelfs regels. Toon je niet dat je het meent, dan ondergraaf je alle verdere inspanningen.

C99UVwxXsAQ-nGN.jpg-large

Test 1, 2…

Al die ingrepen, die je dan hebt bedacht en zorgvuldig geselecteerd, moeten vervolgens verder worden uitgewerkt en liefst ook getest. De natte vinger kan het ei van Columbus rechtop houden, maar net zo makkelijk een verraderlijk verkeerde richting uit wijzen.
Misschien blijkt de doelgroep helemaal niet gevoelig voor de nudges die we geven, of reageren ze er zelfs allergisch op. Misschien zijn ze er wel gevoelig voor maar verlegt het gedrag zich van het ongewenste naar een ander, even ongewenst gedrag, liever dan naar ons doelgedrag. Misschien drinken ze geen bier meer, maar gin. Misschien doen ze wel wat we willen, maar komt daardoor zoveel extra tijd voor hen vrij, dat ze in die vrije tijd iets gaan doen dat nog meer schade berokkent aan het milieu. Misschien pendelen ze sinds ze thuis kunnen werken, niet meer maar rijden ze nu rondjes in hun eigen dorp.

Test het liever voor je het uitrolt over de hele doelgroep. En maak ook daar gebruik van. Het gevoel zelf ook inspraak te hebben bij beslissingen en dus controle te hebben over hun leven en omgeving, verhoogt de kans dat je doelgroep de ingreep zal opnemen. Betrek ze dus ook bij de tests.

Update januari 2018

Een half jaar verder en zes maand wijzer is de Lopende Meter verbeterd en uitgebreid. Zo kun je er meer in kwijt, de 8 hefboom-E’s (ja, de vaak verzwegen Enforce kreeg dan toch haar plaats) vormen samen met de 4 P-stadia (Prepare viel weg) een matrix die 32 ingrepen oplevert. Maar het belangrijkste is nog wel dat er een luik Strategie is toegevoegd: de poster helpt je nu ook een lange-termijn-planning op te maken. Ik probeer er eerstdaags nog een interactieve uitlegpagina voor te maken, maar intussen kun je de nieuwe banner ook al weer gratis downloaden, gebruiken en verspreiden. (Jawel, ze kreeg weerom een Creative Commons Licentie mee.)

De vernieuwde banner

 

 

 

Downloaden en afdrukken

Je kunt de 7E-banner hier downloaden:

Vraag je drukker naar de maximale hoogte waarop die kan plotten. Mocht je nog een ander formaat wensen dan deze hierboven, geef dan een seintje. Dan bezorg ik graag een geschikt exemplaar. Ook voorstellen tot verbetering zijn uiteraard meer dan welkom.