Ik ken ze intussen al van buiten, die tips om beter te slapen: ‘steeds rond hetzelfde tijdstip naar bed’, ‘geen laatavondkoffie, -cola, -alco- hol of een volle maaltijd ‘s avonds’, ‘geen tablet of laptop mee naar bed’, ‘zorg voor een slaapritueel’, ‘wel sporten maar niet net voor bedtijd’ en ‘niet piekeren’.
Ik ken ze wel, denk ik om twee uur ’s nachts, terwijl ik mijn tablet bovenhaal om het nog eens te verifiëren. Sinds de ‘Slaapwel- campagne’ ben ik immers wat in de war geraakt. Daarin somden ze zowel tips als mythes op, en nu twijfel ik soms of ik me een tip of een mythe herinner … Dat slaappilletjes een oplossing zouden bieden, blijkt zo’n mythe. Nee, zei de campagne, je moet de tips volgen. Prima, denk ik dan … Alleen, om twee uur ’s nachts heb ik daar niet zoveel meer aan. Ik kan niet met terugwerkende kracht geen koffie drinken, op tijd en zonder tablet naar bed, en nog snel even wat sporten in de namiddag.
“Aaarggh”, grom ik gefrustreerd terwijl het intussen drie uur werd, en ik neem me voor om het ‘morgen’ dan misschien maar eens te proberen.
En de volgende dag? Dan kruip ik moe, nukkig en te laat uit bed, moet ik me haasten, loopt het werk niet vlot (waardoor ik weer niet aan dat sporten toekom), moet ik ’s avonds nog doorwerken, ga ik te laat aan tafel, en troost ik mezelf met een stevig glas wijn. “Jaja”, grom ik om twee uur ’s nachts nog voor het stemmetje in mijn achterhoofd iets kan zeggen. “Ik weet het.”
Kennis voorspelt geen gedrag
“Ik heb het nog zo gezegd!”
Als je dat zinnetje nog nooit gehoord hebt, mag je meteen door naar Vaticaanstad voor je heiligverklaring. De meesten onder ons herinneren zich wel een verveeld “Ja, ma”, “Ja, meester” of “Ja, andere gezagdragende persoon”.
Ze hebben het ons gezegd. Ze hebben het ons zo vaak gezegd. We wisten wel dat we veel moesten studeren, trainen, oefenen, nog naar de winkel moesten, beter een glas water dan een glas bier of cola zouden bestellen, te veel kaas/vlees/aardappelen/pasta/saus niet goed was, we met de fiets/het openbaar vervoer/te voet moesten, we de standby-lichtjes moesten afzetten, dikke truien moesten dragen, en dat vliegreizen en digitale toestellen/t-shirts/koffie/noten/ chocolade zowel het natuurlijk als het sociaal mileu schaden … We weten het. Het staat elke dag in de krant. Terwijl ik dit schrijf, staat ook in de krant dat ‘kwetsbare personen’ best ‘oppassen’ bij het eten van ‘bepaalde’ zuivelproducten. Ze zijn gewaarschuwd.
Nee, we weten allemaal dat ‘het’ weten ons niet automatisch dat gewenste gedrag laat stellen. Ach, we willen het wel, lippendienst bewijzen, intenties verklaren en mea culpa slaan als we het weer eens fout hebben gedaan, maar kennis leidt niet linea recta naar gedrag. Het is tot nader order nog steeds ‘ik denk, dus ik ben’ (mijn geweten is blank), en niet ‘ik denk, dus ik doe’.
Download de inleiding van het boek.
Bestel het boek