Het 7E-doe-het-zelf-pakket

toolboxbeeldjeWerkend met het 7E-model hebben we de voorbije jaren heel wat werkblaadjes gemaakt en verfijnd. Ze werken uiteraard het best met begeleiding, maar we delen ze ook graag voor wie zelf aan de slag wil. Gewapend met het boek en deze toolbox geraak je al heel ver, denken we. Deze blaadjes mag je downloaden, kopiëren, uitdelen, weggeven en vooral gebruiken.

Gebruik

Bij het opmaken van de blaadjes probeerden we zo vanzelfsprekend mogelijk te maken, maar dat kan uiteraard nooit. Jullie zullen interpreteren, en dat is ook prima. Er is geen goede of foute werkwijze. De blaadjes willen vooral inspireren, een bril bieden en uitnodigen om na te denken over doelen, doelgroepen, drempels, hefbomen en een mogelijke opbouw van campagnes en ingrepen.

Inhoud

  1. Cheatsheet
    Het eerste vel, met de vele bolletjes, is een mogelijk spiekbriefje dat je meeneemt doorheen de hele 12E-methodiek, met begeleidende vraagjes. Je begint bovenaan en werkt je zo fase na fase naar beneden. Het is een samenvattende pagina voor mensen die al enigszins vertrouwd zijn met de werkwijze.
  2. Envision 1: doelstelling
    Formuleer je doel als gedrag, en splits het ook op volgens de verschillende situaties. Je kunt willen dat mensen vaker de auto thuis laten, bijvoorbeeld, maar wat moeten ze dan wel doen? En hoe zie je dat volgens specifieke situaties? Welke situaties wil je bespreken?
  3. Envision 2. keuzemomenten
    Gedrag kun je vaak opsplitsen in verschillende keuzemomenten die leiden tot dat gedrag. Soms is die keuze onbewust, intuïtief of uit gewoonte, soms beredeneerd, maar je hebt doorgaans veel momenten, veel wissels waarop je zou kunnen ingrijpen. Als je een aanmaning stuurt, begint het al bij het oprapen van de omslag in de brievenbus. Wat doe je met de envelop?
    Dit werkblad is een A3-werkblad, waar je heel veel info op kwijt kunt. Hoe meer je kunt invullen, hoe fijner je het gedrag gaat begrijpen, en hoe groter de kans dat je ontdekt waar je best ingrijpt.
  4. Explore 1. verkenning
    Op dit werkblad kun je noteren welk deel van je doelgroep zich op welke manier verhoudt tegenover je doel. Vul er bij elk vakje in wie zich er bevindt, en kruis dan in het stemvakje rechts aan tot wie je zeker wil richten. Zet die doelgroepen nog eens expliciet onderaan in de segmentenveldjes.
  5. Explore 2. inventaris
    Je einddoelgroep is vast niet de enige betrokkene. Wie zijn de andere doelgroepen: media, politici, religieuze leiders…? Die kun je hier in kaart brengen.
  6. Explore 3. persona’s
    De segmenten die je in Explore 1 isoleerde kun je hier verder uitdiepen. Kopieer een vel per segment en vul zoveel mogelijk in. Soms zul je moeten bevragen, soms ken je je pappenheimers al. De woorden en kleuren van de matrix verwijzen naar het Contextei uit het 7E-boek. Het gaat hier dan ook om de context van de doelgroep bij het al dan niet stellen van het gewenste gedrag.
    We ontdekken de belangrijkste drempels. Die drempels komen later nog terug in werkblad 8-12 en 16.
  7. Envelop. 5P’s
    We ontdekten de voorbije jaren dat het soms makkelijker is om vanuit de 5P’s ingrepen te verzinnen dan vanuit de 7E’s als abstracte groep. Het gaat nog steeds om de 7 verschillende insteken, maar we hebben ze hier anders geordend:
    Prepare: dit vul je als laatste in, al zul je dat uiteraard eerst moeten doen: wat moet je voorzien?
    Prime: maak de mensen warm om het gedrag te stellen wanneer de situatie zich daartoe zal lenen. Gebruik Enthuse, Enlighten, Engage en Exemplify.
    Pause: de situatie doet zich voor. Hoe kun je inbreken in die situatie? Kun je aandacht vragen? Het gedrag makkelijker laten stellen? Een duwtje geven?
    Prove: de doelgroep stelt het gedrag. Wat ervaart die nu? Hoe voelt het? Kun je dat beïnvloeden?
    Program: de doelgroep heeft het gedrag gesteld een dag, een week, een maand geleden. Kun je de herinnerde beleving nog bijkleuren? Zinvoller maken? Versterken? Zo ja, hoe. En hoe kun je het gebruiken, om als nieuwe prime te gebruiken?
  8. 7E-design 1. Ideeëngeneratie
    Dit werkblad laat je nog eens nadenken aan de verschillende mogelijke insteken, E per E. Dit is een overzichtsblad. De volgende vellen gaan er nog dieper op in.
  9. 7E-design 2. Ideeëngeneratie
  10. 7E-design 3. Ideeëngeneratie
  11. 7E-design 4. Ideeëngeneratie
  12. 7E-design 5. Ideeëngeneratie
    De volgende werkbladen zijn opdrachtvellen die je in groepjes kunt laten gebruiken om zoveel mogelijk ideeën te genereren.
  13. Envelop. Prime
  14. Envelop. Pause
  15. Envelop. Prove/program
    Deze drie werkbladen zijn alternatieven op 9-12. Ze volgen het stramien van 7. Sommigen vinden de Ideeëngeneratie-werkwijze het makkelijkst, anderen de 5P-route. Kies wat je zelf makkelijkst vindt.
  16. 7E-design – matrix
    Deze matrix staat beschreven in het 7E-boek. Je gaat na of de ingrepen die je hiervoor bedacht eigenlijk wel een antwoord bieden op de drempels die je isoleerde in werkblad 6.
  17. Envelop. Plan
  18. Envelop. Plan
    Dit zijn samenvattingswerkbladen waarop je alle ingrepen in volgorde kunt noteren. In de praktijk merken we dat deze matrices hertekenen volgens de situatie. De vakjes zijn ofwel veel te klein of veel te groot. Beschouw ze als inspirerende vellen.
  19. Evaluate
    Je moet na een tijdje nagaan hoe het er nu mee staat. Ook dit blad is doorgaans te klein, maar het biedt wel een houvast en denkkader.
  20. Evaluate. Middelen
    Het 7E-model gaat niet per se over middelen, en affiches of folders volstaan nooit, maar toch kun je met deze checklist kritisch bekijken.
  21. Affiche
  22. Affiche
    Het 7E-model heeft een pak modellen onder de motorkap. Op deze affiches vind je ze allemaal handzaam samen. Vooral affiche 21 biedt een handig houvast.

Begeleiding

Gewapend met het handboek en deze werkbladen (zie link hierboven) kun je zelf aan de slag, maar misschien vind je het wel handig in een workshop eerst kennis te maken met deze middelen. Dat kan, neem contact met ons op via info@7E-model.be, en we zoeken samen uit wat jullie best past!

Zeg niet ‘niet’. Euh, zeg wel ‘wel’, bedoel ik.

shutterstock_48935839Ken je ze, die borden die je vertellen wat je allemaal niet mag doen op het strand, aan de Graslei, in het park? Verboden te fietsen, skateboarden, skaten, rennen, vliegeren, op het gras te lopen, radio’s te spelen… Echt welkom voel je je dan niet, ook al was je geen van al die dingen van plan. “Ik mag hier niks”, mopper je dan misschien terwijl een donderwolkje over je zonnige uitstap glijdt. Meer nog, misschien moet je je nu echt wel inhouden om toch niet lekker balorig over het gras te gaan rennen. “Ik doe wat ik wil!”

Miami Beach zegt ‘ja’

lead_largeMiami Beach-commissaris Michael Grieco kreeg alvast ook de kriebels toen hij zo’n bord voor zijn neus kreeg. Het spoort alvast niet aan om gezellig te wandelen, begreep hij. “Er is toch een groot verschil”, zegt hij, “tussen het verbieden van al die dingen en zeggen dat het een voetgangersvriendelijke zone is?” Het autoritaire karakter van zo’n bord strookt ook helemaal niet met het paradijselijke imago dat Miami Beach wil uitstralen. Het ondergraaft de geloofwaardigheid van de ‘vriendelijke’ zender, zeker als je met de verbodsborden om de oren wordt geslagen om elke hoek, bij elk park, bij de scholen, op parkings…

Nee, als het aan Grieco ligt, komen er enkel nog positieve borden.
“We moeten hier meer over nadenken”, zegt hij. “Vertel de mensen wat ze wel kunnen doen, eerder dan wat ze niet mogen doen. Zeg wanneer het park open is, en niet wanneer het gesloten is. We zeggen niet ‘verboden te roken’, maar proberen het te verweven in ideeën van fitheid, netheid en schoonheid. We willen over schone lucht praten.”

Van park tot strijdtoneel

Verbodsborden hebben ongetwijfeld dit effect: ze trekken de aandacht naar het ongewenste gedrag. Je gaat onwillekeurig daaraan denken. Je kunt niet ‘niet aan een roze olifant’ denken. Je kunt er wel omheen denken, maar het beest staat wel in het midden van je bovenkamer. Verstokte rokers weten het beter dan wie ook. Als ze in een kamer een ‘verboden te roken’-bordje zien hangen, krijgen ze net trek. Het beeld van de sigaret doet hen ernaar smachten. Het bestendigt net je gedrag. Als je niet rookt, heb je dat niet, dan word je wellicht net boos als je iemand toch ziet roken.

Een ‘niet ‘ heeft dus een polariserend effect. Voor de een werkt het, voor de ander werkt het tegen. Zij die het ongewenste gedrag wel willen of op zijn minst wel leuk vinden, voelen zich afgewezen en zijn opeens in een conflictsituatie belandt die alle aandacht kreeg; zij die het ongewenste gedrag zelf al ongewenst vonden, zijn aan de andere kant van het conflict gezet en gaan meer op de overtreders letten. Onbehagelijk, dus.
Een ’nee’ jaagt ons zo de kast op. Het zou stresshormonen activeren waardoor we niet langer rustig, helder en rationeel kunnen denken. Stress lokt immers een vlucht-of-vecht-reactie uit. Als het verbodsbord me irriteert, weiger ik het park in te gaan, loop ik te foeteren of word ik zelfs baldadig. Negatieve berichten zijn dan ook prima geschikt om mensen op te hitsen, risico’s te nemen en aan te zetten tot conflict. Tegelijk schrikt het ook af en maakt het me ongemakkelijk en angstig. En dat leidt net allesbehalve tot gedragsaanpassing. Het park waar je zou willen wandelen, wordt een strijdtoneel voor of tegen de skateboard. “De omstreden publieke ruimte is een opgefokte ruimte, waarvan de vanzelfsprekende gemeenschappelijkheid”.

Ziedaar, het ongewenste gedrag.

Door de spotlichten te richten op ongewenst gedrag maak je het soms ook nog groter en ondergraaf je de gewenste norm. Door er steeds op te wijzen dat je niet meer mag rijden dan 90 km/h op de autosnelweg, wordt 90 de norm waar we naar streven. 90 is dan niet langer het maximum, maar bijna het minimum of het nu regent, sneeuwt, mistig of donker is. Als ik 85 rij, krijg ik van mijn passagiers wel eens te horen: “He, je mag hier wel 90, he.” En zodra het bord er niet staat, gaan we opgelaten door die fictieve barrière heen.

Overigens biedt een verbod ook geen oplossing. Het zegt ‘wat niet’, maar wat moet ik dan wel doen? Toen ze in Oud-Vossemeer probeerden om de vrachtwagens uit de stad te weren met een verbodsbord bij een van de wegen, bleek de overlast nauwelijks te verbeteren. De chauffeurs wisten niet waarheen dan wel, en reden maar wat rond. Je zegt beter waar ze wel moeten rijden, dan waar ze niet moeten rijden.

dino-graffiti-please-19585-1285338783-23 Gronings onderzoek toonde aan dat je verbodsborden overigens wel werken, op voorwaarde dat de omgeving op die normen en regels is afgestemd. Een bordje ‘graffiti verboden’ werkt op een propere muur, maar op een muur waar graffiti is gespoten, lokt ze nog meer normoverschrijdend gedrag uit. Mensen gaan er ook vlotter papiertjes op de grond gooien.

Wat dan wel?

Als je gedrag wil bijsturen, benoem dat gedrag dan positief en helder, zeggen we bij het 7E-model. Heel wat studies geven aan dat bevestigende, grappige boodschappen effectiever gedrag bijsturen dan negatieve, zeker waar het om gezondheid gaat. Een negatief bericht over de gevaren van rood vlees of hamburgers werkt wel bevestigend voor vegetariërs en mensen die al overtuigd zijn dat ze gezond eten, maar positieve boodschappen die zich houden bij wat je wel best eet en waarom – zoals ‘verse groenten geeft je een positief lichaamsbeeld en meer energie’ – werkt beter voor een breed publiek dat minder met gezonde voeding bezig is.

positive-negative-messaging-wansink-pope-2015_0
Positief taalgebruik zou ons helpen om te focussen op oplossingen. Je wordt of blijft kalm, krijgt een gevoel van hoop en kunt ook zelf positiever reageren. Het lukt je dan beter om problemen op te lossen.

Het betekent niet dat je het niet over problemen mag hebben, maar wel dat je oplossingen of het zoeken ernaar nog meer in het licht moet zetten dan de problemen. Geef me zin om het andere te doen, het gewenste gedrag te stellen. Toon me dat anderen het ook doen. Hef de contradicties op. En maak het gemakkelijk. Wees 7E, kortom.

Een beetje melig? Misschien wel, maar in Miami Beach willen de commissaris en zijn staff het alvast wel testen. Ze zullen wieden in de overdaad aan verbodsborden en zoeken naar zonnigere opschriften. “Je kunt er toch niet tegen zijn?”, zegt Grieco. “Het zijn die kleine dingen die onze stad kneden tot een positieve plaats.”

Wanneer een nudge de mist in gaat

dreamstime_m_66189041Nudging is zijn hypebult voorbij, medunkt. De dagen van kritiekloze verafgoding en hautaine verwaarlozing liggen achter ons, de tijd van het realistisch inschatten is aangebroken. De zienswijze wordt geaccepteerd als aanvulling van het breder arsenaal aan ingrepen en steeds vaker wordt ook door Nudge Units onderstreept dat nudging niet zaligmakend is en al helemaal niet probeert om een almachtig wondermiddel te zijn. Ook Cass Sunstein, een van de vaders van de stroming, boog zich in een nieuw artikel niet over de successen van zijn geesteskind, maar over het falen.

Nudges that fail

schermafbeelding-408
Cass R. Sunstein tijdens de European Nudge Network-bijeenkomst in Roskilde (2014)

Halverwege juli verspreidde de gedragswetenschapper Nudges that fail, een document waarin hij nagaat waarom nudges het soms niet doen, en hoe je daar dan kunt op reageren. Hij merkte er wel bij op dat het om een ‘zeer voorlopige versie’ gaat, maar toch som ik hier graag even de krachtlijnen op. De kans is nogal groot dat die ook in het einddocument zullen opduiken en anderzijds lijken ze me ook van toepassing op het 7E- en andere modellen.

Sowieso weet elke ervaren beleidsvoerder dat geen enkele ingreep 100% resultaat zal boeken. Je bereikt altijd maar een deel van de populatie. De vraagt rest dan: wie bereik je wel en wie niet, waarom niet en vind je dat wel erg? Misschien hebben die mensen die geen gebruik maken van gezonde voedingsnudges ook helemaal geen gewicht- of gezondheidsproblemen. In het 7E-model blijven we daarom steeds terugcirkelen naar Explore.

De zure zeven

In het document onderscheidt Sunstein zeven mogelijke oorzaken voor het falen van nudges. We vullen ze aan met enkele tips uit de 7E-doos:

  1. De Gebrekkig Explore
    Het kan iedereen overkomen. We hebben zoals steeds niet de centen of de middelen om een brede Explore op te zetten, om onze doelgroep nauwgezet te onderzoeken en komen zo tot een foute inschatting van wat nodig zal blijken. Misschien remediëren we daardoor een drempel die er helemaal niet is, of schatten we de kracht van een hefboom sterker in dan ze blijkt te zijn. Mensen blijken bijvoorbeeld helemaal niet te wachten op een pop-upstore-voorstel om hun winkelpand te renoveren, of hebben geen boodschap aan sociale motivatie of grotere incentives. Ze zien gewoon helemaal niet in waarom ze sowieso moeite moeten doen voor wat wij belangrijk vinden. Vaak speelt een gebrekkige inleving ons hier parten: we namen onszelf als maatstaf, maar dat bleek fout. Tsja, dan zit er niets anders op dan het ontgoochelende resultaat als een fijnere Explore te beschouwen en opnieuw te beginnen…
  2. De Verduisterende Enlighten
    We dachten dat we helderheid aan het scheppen waren, maar we hebben het nog warriger gemaakt. De informatie blijkt nog te complex. Heel vaak botsen we als ingreepbouwers op de informatieplicht: je moet vertellen wat je doet, toch? In gezondheidskringen hebben we het zelfs over informed consent waarbij je alle keuzes die een cliënt/patiënt kan maken moet laten voorafgaan door alle feiten, kansen en mogelijkheden die de wetenschap ter beschikking heeft. Zelfs fraaie pogingen om dit te verhelderen zijn echter nog altijd veel duisterder dan het gemak om de blik af te wenden. Het debat over de effectiviteit van het informeren is dan ook nog lang niet voorbij. Intussen is het best wel mogelijk dat onze nudge er op strandt.
  3. De Onbetrouwbare Exemplify
    Soms klikt het niet tussen afzender en ontvanger. Onze doelgroep vindt het misschien maar niks dat wij tussenkomen. Sommigen vinden het betuttelend, bemoeiziek en onterecht of ingegeven door foute motieven. Ze vertrouwen ons niet en gaan zelfs rebelleren tegen de nudge net omdat ze van ons komt. Zolang het vertrouwen in de afzender of in haar bedoelingen ondermaats is, zal dit roet in het eten blijven gooien. De ontvanger moet dan weer ervaren dat ze ook gehoord wordt en inspraak heeft.
  4. Het Uitdovende Pause-effect
    Zelfs als een nudge werkt, doet ze dat vaak maar even. Heel wat nudges zijn trigger-based, ze vertrouwen op een element dat de beslisser op het keuzemoment zelf even halt zal laten houden om zijn koers te wijzigen. In het 7E-model spreken we over het Pause-moment. Zo’n element moet opvallen, helder en aantrekkelijk zijn en de geprimede boodschap snel en krachtig weer oproepen. Alleen… na een tijdje kennen we hem wel, die pauze-trigger. Er treedt gewenning op en de trigger die eerst opviel, het nieuwe verkeersbord, het geluidssignaal, het flikkerend lichtje, verwordt tot achtergrondgeluid of -beeld. We kunnen dan proberen te variëren op het thema, de duur of de intensiteit van de trigger te verlengen (vb. blijvend geluid van niet-ingeklikte autogordel) of we kunnen een default installeren. Ook die zal wel afvlakken, maar als het afwijken van de default veel stappen inhoudt, krijg je bij die vele stappen evenveel mogelijkheden om pause-elementen in te bouwen.
  5. Het Open Achterpoortje
    Doe je je best om de voordeur van het ongewenste gedrag te sluiten, komen ze langs het achterpoortje binnen: rebound en compensatie. Die mensen die je hebt weten te verleiden tot het aankopen van energiezuinige wagens blijken net meer met die wagen rijden – want ze zijn toch zuiniger. Krijg je mensen aan het sporten, blijken die daar een goedkeuring in te lezen om nog meer te eten en de fietstocht weg te spoelen met een paar Duvels. Dan moeten we uiteraard nagaan of we het niet erger hebben gemaakt door onze ingreep, of we die niet moeten terugdraaien ofwel moeten we nu ook het achterpoortje gaan aanpakken…

De laatste twee krijgen bij Sunstein extra aandacht, want ze spelen ook defaults parten:

  1. De Ontoereikende Experience
    Wij plaatsen het gewenste gedrag dan wel boven het huidige, maar dat betekent niet dat de doelgroep het daarmee eens is. Misschien is onze inschatting discutabel, of is het onderscheidend effect minimaal of moeilijk zichtbaar voor vluchtige toeschouwers, of misschien ervaren ze het als een flinke stap achteruit, minder leuk, lastiger, saaier, vervelend… Zo kunnen we wel willen dat vrouwen na het huwelijk hun eigen naam behouden omwille van allerlei emancipatorische redenen, maar die vrouw zelf ligt misschien niet wakker van onze verreikende sociale bezorgdheid. Die merkt dat elke vrouw in haar familie wel haar naam veranderde, dat het heel vlot gaat, dat het een soort ‘rite of passage’ is die gelauwerd wordt door de omgeving, terwijl ze net scheef zou bekeken worden als ze erop stond om haar familienaam te behouden. We hebben ons dan niet zorgvuldig gebogen over de beleving van het huidige gedrag en dat van het gewenste. In het 7E-model accentueren we net heel sterk het belang hiervan. Als de beleving tegen valt, zullen mensen vaak moeite doen om je default te omzeilen.
    Als er nog geen of slechts een zwakke voorkeur bestaat bij de doelgroep, zegt Sunstein, dan heeft je default een grote kans op slagen, maar als ze goed weten dat ze frietjes boven rijst prefereren, dan helpt ook de plaatsing in het bedrijfsrestaurant niet gegarandeerd.
  2. The Empire Strikes Back
    Meer nog, het huidige gedrag wordt wellicht ook gesteund door belanghebbenden: autobedrijven, banken, wapenlobby, belangenorganisaties, drugsdealers… Die willen vaak net dat het huidige gedrag behouden blijft, en zij gaan heus niet schouderophalend toekijken hoe we hun klanten, cliënten en aanhangers een andere kant op sturen. Ze hebben Sunstein ook gelezen en kennen het 7E-model misschien ook, en gaan zelf aan de slag met contranudges.
    Zelfs een default situatie kunnen ze proberen aan te pakken door mensen te verleiden zich toch in te schrijven voor leningen, abonnementen… Als de concurrent in kwestie bovendien een vlotte toegang heeft tot de doelgroep en er hoger aanzien (Exemplify) geniet dan wij, dan halen die onze default vlot onderuit.

Juichen, bijsturen of terugslaan?

In het document stelt Sunstein drie mogelijke reacties voor op de laatste twee problemen:

  1. Juichen
    Eigenlijk zou je blij moeten zijn, zegt Sunstein. Als mensen een default omzeilen, dan oefenen ze wel heel duidelijk hun keuzevrijheid uit. En dat was net de reden waarom je voor een nudge koos en niet voor een verplichting of een verbod: omdat we mensen willen toelaten om hun eigen keuzes te maken. Als we dat niet wilden, hadden we het ongewenste gedrag moeten verbieden. We willen vooral dat ze niet automatisch het ‘foute’ kiezen; als ze dat bewust doen, moeten wij dat eigenlijk prima vinden. Wij kennen ook niet alle afwegingen van de doelgroep. We moeten erop vertrouwen dat die wel weet wat die doet en waarom. Misschien is soms echt nodig om enkelzijdig te printen, bijvoorbeeld. We leren zo dat de default instelling niet altijd en overal opgaat, wat best wel een leerrijk inzicht is.
    Alleen… we moeten dan wel zeker zijn dat ze de default wel degelijk bewust omzeilen. En niet ook automatisch…
  2. Bijsturen
    Water stroomt naar het laagste punt langs de weg met de minste weerstand. Voor gedrag is dat net zo. Ook al denken we dat we een handige default hebben geïnstalleerd, misschien ervaart de doelgroep het nog steeds als lastiger en moeilijker dan via een klein omweggetje het ongewenste gedrag verder te zetten. Misschien is ons default traject te moeilijk, zelf onderhevig aan vooroordelen…
    We moeten het dan over een andere boeg gooien en blijven testen. Elk nudge die niet werkt, is leerrijk. We ontdekken weer iets over het gedrag van onze doelgroep.
    De eerste stap om de ingreep bij te sturen is dan ook na te gaan of we het nog makkelijker kunnen maken. Kunnen we nog drempels weghalen? Kunnen we de bewoordingen vereenvoudigen, verhelderen? Enable en Enlighten, kortom.
  3. The Return of the Jedi
    Soms kiest de doelgroep ervoor om onze default te ontwijken omdat de concurrent nog sterker nudget. Als die daarbij de belangen van anderen schaden (zoals bij milieuverontreiniging of misdaad) of met hun nudges misleiden, vooroordelen uitbuiten, complexiteit misbruikend, inspelen op angsten of onze Exemplify doelgericht en onterecht ondergraven, terwijl onze ingreep beschermend bedoeld was, dan is er geen reden tot juichen. Sommige blijven lokken met ondoorzichtige leningen ook al zeggen we dat ‘geld lenen ook geld kost’.
    We kunnen dan proberen om het moeilijker te maken om de default aan te passen. We maken de formulieren daarvoor lastiger, bouwen wachttijden in of voorzien dat de toestand na pakweg een jaar terug naar de default terugkeert.
    Daarnaast kunnen we ook proberen om de nudge-technieken van de concurrenten aan banden te leggen, vooral waar ze een loopje nemen met de werkelijkheid. We willen ze uiteraard niet censureren maar misschien kunnen we hen wel opleggen om naast ‘90% vetvrij’ ook te vermelden dat het dus wel om ‘10% vet’ gaat. Hier wordt het terrein wel grijs. Wanneer wordt keuzeoptimalisatie keuzebeperking? Wanneer wordt een default een verplichting? Is het in sommige gevallen van algemeen welzijn (sociale zekerheid, toegang tot medicijnen, veiligheidsregels, inentingen…) niet gewoon beter om maar meteen open kaart te spelen en te verplichten?
    Wellicht is het handig om na te gaan of er geen andere manieren mogelijk zijn door bijvoorbeeld gedifferentieerder te nudgen per subdoelgroep.

Kortom, nudges alleen zijn niet zaligmakend. Het blijft zoeken en bijlichten. Zoniet verdwaalt de olifant in de mist.

Het document van Cass R. Sunstein is te vinden op het Social Science Research Network.

Pokemon Go? Way to go!

IMG_0305Natuurlijk zou er gezeurd worden. Dat stond in de Pokeballen geschreven. Gevaar! Paniek! Privacy! Ongevallen! Een bubbel! Inbraken! Volg de tag ‘Pokemon Go’ op De Standaard en je leest meer afschrikwekkende dan lovende titels. De ongevallentitel komt zelfs twee keer voor. De tweede keer om toe te geven dat het eerste artikel over een zwaar Pokemon Go-ongeval volledig verzonnen is, maar intussen bevestigt de titel toch maar netjes de negatieve teneur.

Waarom eigenlijk, vraag ik me dan af. Waarom staat het zo goed om goedkoop – en zelfs ronduit onjuist – neerbuigend of negatief te doen over wat populair is? De hoogleraar mediacultuur Stef Aupers buigt zich in dezelfde krant over het culturele onbegrip voor de onbekende vorm van nieuwe media die nog niet begrepen wordt vanuit de gevestigde mediacultuur, maar verzekert dat het zal koelen zonder blazen. “Kenmerkend aan uitbarstingen van mediapaniek”, zegt hij “is dat zij heftig zijn, maar tijdelijk.”

Ik had alvast geen zin in paniek, heb het spel gedownload en me al op maandagmorgen de weg op begeven. Op zoek naar CharmeleonPikachu en Bulbasaur, maar ook op zoek naar potentie. En ja, vooral dat laatste vind je in drommen.

Bewegen, nu met extra beleving

Het meest gehoorde applaus richt zich op het bewegen zelf. En ja, hoor, je beweegt weer. Ik had al langer stappentellers en Apple Watch-cirkels, maar de zoveelste wandelroute doorheen het dorp of het fietsparcours over de naburige helling kwamen me stilaan de strot uit. Je weet al waar je hartslag de lucht in zal gaan en waar het even uitbollen wordt met de wind in de rug. Yada, yada. De lol was eraf.
En toch, vanmorgen, met de Pokemon Go in de hand, stapte ik IMG_9314warempel mijn hele bewegingscirkel vol nog voor het acht uur was. Ik stapte van Pokestop naar Gym, van merkpunt naar beestje, van pocket monster naar bezienswaardigheid en weer terug en opeens was er anderhalf uur om. En ik had er nog van genoten ook.

Bewegen heeft vaak een ‘experience’-probleem. Je weet wel dat het zinvol hoort te zijn, maar je merkt het niet meteen. Je moet al flink wat bewogen hebben om te merken dat je vooruitgang boekt. Pas als je heel straf aan het bewegen bent, kom je in die fenomenale roes terecht en wordt het bewegen echt een doel op zich, maar voor je zover geraakt, is er wel een serieuze weg af te leggen. Hoe overbrug je die?
In het 7E-model hebben we het dan over de Enhanced of zelf Augmented Experience: wanneer de zin van de beleving niet instant duidelijk is, trekken we het blik ELVIS open: het verhogen van de beleving met extra Emotie, Lichamelijk genieten, Verwondering, Individuele schouderklopjes en Sociale steun of competitie.
Dat kennen we al langer dan vandaag. We sporten met vrienden, zetten streepjes, houden routes bij, noteren tijden, delen ze op Facebook… maar het kan nog meer en beter, ontdek je bij Pokemon Go.

Uitbroeden wordt uitstappen

In het 7E-boek verwoordde ik nog mijn twijfels bij het te zwaar aanbrengen van externe beleving bij de Experience. Net zoals een overdreven accent op beloning (Encourage) de persoonlijke motivatie (Enthuse) ondergraaft, kan een accent op ELVIS de zin van het gedrag ook onderuit halen. Dat geloof ik trouwens nog steeds. Alleen… wat als het gewoon werkt? Waarom zou je zeuren over de zin van het gedrag, als mensen het gedrag uit pure fun stellen? Je gaat toch ook niet treuren dat er enkel gedanst wordt als er muziek is? Ik hoef echt de zin van dansen niet te begrijpen om er plezier aan te beleven, toch? En nee, ik dans niet zonder muziek. Dan kan ik wandelen met Pokemon Go.

Pokemon Go geeft ook nieuwe ‘zin’ aan het wandelen. Je doet het om op locaties te geraken, uiteraard, maar opdat je niet sowieso de auto zou nemen of je zou laten voeren door mama of papa, houdt de app ook bij of je daadwerkelijk beweegt, en laat die app je de stappen ook omzetten in uitbroed-energie. Je broedt Pokemons uit door te stappen. Je stapt zo’n monstertje gewoon uit zijn ei. Als dat geen maffe vondst is! Je kunt overigens wel heel traag te fietsen om de app te bedotten maar dat wordt al een vaardigheid op zich, die ook wel punten verdient.

Een fraaie lik verf voor de wandelzoektocht

Maar er is nog meer. Wat me vooral verbaasde bij die eerste Pokemon Go-wandeling, was dat ik met nieuwe ogen naar mijn platgetreden paden ging kijken. Ik had al gelezen dat anderen die ervaring ook hadden, maar ik had het weggewuifd. Ik kende mijn omgeving wel. Ik loop die route meerdere keren per week op weg naar een brood of een verse lading kersen.

En verhip. Ik was nog geen dertig meter ver of het ding wees me al op een beeldje dat ik nog nooit had gemerkt. In een mooi verzorgde tuin op een Pokebolworp van mijn deur staat een smeedijzeren wereldbol rustgevend opgesteld achter een haag. In een nis staat een fraaie madonna; onder de brug knappe graffiti en op het kerkhof – jawel – vraagt de app me stil te staan bij enkele gedenktekens die me voorheen niet waren opgevallen.

Ik ben altijd al dol geweest op wandel-, fiets- en autozoektochten en merk dat deze Pokemon Go die potentie ook in zich draagt. Ze geeft nog directer feedback en weet je instant te belonen, te verrukken en te verwonderen.

FullSizeRender

Erfgoed in Pokebollenland?

Hier schuilt een schat aan mogelijkheden voor erfgoeddiensten, IMG_9311jubel ik meteen. Al is er wel nog werk aan de winkel, want bij de meeste standbeelden ontbreken de basisgegevens en een klein stukje storytelling vond ik er helemaal niet. Bij een gevel met uitgewerkte beelden stond ook enkel dat: ‘gevel’. Dan wil ik toch meer weten. Wat stelt het voor? Waarom staan die beelden daar? Wie zette ze? Wanneer? Werk voor de erfgoedvertellers! Wat zou het mooi zijn als de ontwikkelaar de Pokepost-database zou openzetten voor erfgoedcellen.

De database in kwestie is enkele jaren geleden opgezet voor Ingress, een gelijkaardig Augmented Reality-spel over spionnen en aliens voor adolescenten, maar is nu niet meer vrij aan te vullen. Niantic, de ontwikkelaar, overweegt om die locaties duur te verkopen aan bedrijven, winkels en horecazaken… Laat ons hopen dat UNESCO of een andere erfgoedspeler zijn groot hart laat zien, Niantic omhelst en hen weet te overreden om een via die populaire app nog meer omgevingsverweven cultuurverhalen te delen. Geschiedenis, weetjes, verbanden, inzichten, kennis, ontdekkingen…

Pokemon Go kan zo opeens die openluchtleraar worden waar we al zo vaak op hebben gehoopt: hoe laat je jongeren maar ook ouderen verwonderd om zich heen kijken naar een rijke wereld? Misschien wel via een zakmonster?

Team UNESCO aan de zet. Gotta teach ‘em all!

We reizen om (het 7E-model) te leren

shutterstock_390552304Terwijl de regen de eerste zomerdagen wegspoelt, denk ik aan vakantie. De mailbox mag bijna dicht, de haren ongekamd en het hemd uit de broek. Ik plan louter nog de aperitief en het avondmaal en pieker enkel nog over de factor van de zonnecrème. En toch, toch laat ik het 7E-model niet achter. Stiekem blijf ik immers een nerd, ook op vakantie. De 7E-bril mag mee naast de lees- en de zonnebril, want elke reis is gewoonweg volgepropt met 7E-verwijzingen.

Dat moet je gezien hebben

picto's_brilStel dat ik naar Barcelona ga. Ik vertel het een paar vrienden, en pats, daar komt het: de wijze raad. “Als je naar Barcelona gaat”, zegt die bereisde vriendin die elke maand wel ergens anders zit, “dan moet je echt naar de Sagrada Familia gaan.”

Aha, denk ik dan meteen, ik word gePRIMEd. Mijn vriendin zet een als-dan-reflex op: enlighten. Ik knik.

“Ja”, voegt haar vriendin eraan toe, “dat moet je echt wel doen. Zoals jij van Art Nouveau houdt.. Dat is echt wel iets voor jou.” Enthuse, voorwaar. Ze slaat een brug naar mijn eigen dada’s, mijn thema’s. “En heeft jouw Alan Parsons Project daar geen nummer aan gewijd?” Touché, ze raakt mijn zwakke plek. Tuurlijk ken ik het album dat helemaal aan Gaudi is opgedragen, de architect van de Sagrada. Ik begin meteen het nummer te neuriën, tot hilariteit van de rest van de groep.

“Wij zijn ook geweest”, bevestigen Karl en Mark, en Johny doet er nog een schepje bovenop: “Ik ben al twee keer geweest. Speciaal voor de Sagrada!” Kijk eens aan, glimlach ik, engage in actie. De sociale norm is gezet.

“Je bent toch zelf wel al geweest?”, vraag ik de aanstookster. “Duh”, draait ze met haar ogen. Stel je voor dat ze ’nee’ had gezegd, dan had ze haar hele opbouw onderuit gehaald. Exemplify op zijn smalst. Haar vriendin haalt meteen een kaart van de stad boven en toont me hoe ik er moet geraken. Ze geeft me zelfs de kaart met notities mee. Oké, oké, denk ik, je meent het. Point taken.

Promoción especial

pppppHet vliegtuig landt op El Prat. Je wandelt naar de bagageband en daar al krijg je de eerste affiche te zien. ‘Sagrada Familia: entradas sin colas’. We zijn op het PAUSE-moment beland. De als-dan-reflex wordt geactiveerd, en meteen krijg ik enlighten-gewijs een reminder voor mijn neus. De vrolijke avond met de vrienden komt weer helemaal terug. Jaja, gniffel ik en ik gun de affiche een tweede blik.

Er is een promotie, lees ik er. Nog tot eind deze week is er een speciale actie waardoor ik bij een reservatie ook een gratis toegangsticket krijg tot Park Guell, ook al van diezelfde Gaudi. Encourage op het pauze-moment, het laatste duwtje. Perfect moment voor een encourage-insteek. Beter hier dan tijdens de PRIME-fase, want daar ondergraaft het de interne motivatie.

Als er nu ook nog een rechtstreekse bus van het vliegveld naar de Sagrada Familia is, dan is het helemaal rond, besef ik. Dan is ook enable voorzien op het keuzemoment zelf. Wat moet een mens nog meer?

The prove of the pudding

Elvis7EEn ja, hoor. Ze hadden gelijk, mijn vrienden. De verwachtingen worden waargemaakt. De enthuse wordt omgezet in experience. De Sagrada Familia spreekt me heel erg aan. Wat een gebouw, wat een verbeelding, wat een vakmanschap, wat een onderneming. Het voelt niet alleen zinvol aan dat ik er ben, ook de ELVIS-vleugels van experience worden ingevuld. Het overweldigt Lichamelijk, het Verwondert esthetisch en intellectueel, het pakt me als Individu, wat ik meteen Sociaal ga delen via Instagram en Facebook met alle likes vandien. En ook Emotioneel moet ik even slikken wanneer ik Gaudi’s kantoortje zie, in de toestand waarop hij het achterliet toen hij tijdens zijn ochtendwandeling door een tram werd gegrepen. De PROVE is in the visiting.

Verankeren en doorwerken

Eenmaal thuis zetten mijn vrienden meteen door naar de PROGRAM-fase. Ben je geweest? Het was de moeite, he? Wat vond je ervan? Ik krijg de kans om de beste elementen van de ervaring te herkauwen en naar mijn hand te zetten. Natuurlijk heb ik een detail opgemerkt waarover zij het nog niet hadden, zodat ik er zelf wat kan aan toevoegen. Het gedrag wordt verankerd, en als ik weer naar Barcelona ga, loop ik zeker weer langs. Ik zal ook anderen aanmoedigen nu; mijn experience wordt de basis voor een nieuwe engage om ook anderen enthousiast te maken. En mijn vrienden bouwen er meteen ook op verder: “Wel, als dat mee viel, dan heb ik nog een tip voor je.”

Dat ik eigenlijk nog blijer ben om de toepassing van het 7E-model op die reiservaring dan om het bezoek aan de basiliek, hou ik wijselijk voor mezelf. Straks ontdekken ze nog dat ik echt een nerd ben.

Een nudge-leesmap? Probeer het 7E-magazine

IMG_9102Al enkele jaren nu verzamel ik gedragsinzichtelijke artikels met Flipboard, een vrolijke app die het bijeengesprokkelde materiaal netjes bundelt in een digitaal magazine. De meest recente vondsten ervan vind je ook in de marge van deze website, maar het leest een stuk aangenamer en vlotter in Flipboard zelf.

Vroeger had je de app zelf nodig om die magazines te kunnen inkijken, maar sinds enige tijd volstaat een browser. Dit in gedachten en met de bijleeszomer voor de deur – laten we maar op regen rekenen, nietwaar – vond ik het een geschikt moment om mijn leesmap voor iedereen open te stellen.

Kortom, veel leesplezier met het 7E-magazine, en merk je dat ik een bijzonder interessant artikel over het hoofd heb gezien: aarzel dan niet me daar attent op te maken via twitter (@fatatookay) of in de commentaren. Samen wisten ze alles, nietwaar.

Fiets je gezond!?

De fietsersbond wijdt het nieuwe nummer van haar magazine aan gezondheid en vraagt zich af: als fietsen zo gezond is, waarom doen we het dan zo weinig? En hoe krijgen we meer mensen op de fiets?

fiets je gezond
Beeld: Fietsersbond Magazine/Louise-Lotte Brekelsmans/Smitten

De fietsersbond wijdt het nieuwste nummer van haar magazine aan gezondheid en vraagt zich af: als fietsen zo gezond is, waarom doen we het dan zo weinig? En hoe krijgen we meer mensen op de fiets?
Ik mocht ook mee denken, en enkele van mijn opmerkingen haalden het magazine.

Wat we weten, heeft weinig invloed op wat we doen

“Wat we weten, heeft weinig invloed op wat we doen”, zeg ik in het magazine. “Wie niet fietst, zoekt argumenten waarom niet: je stelt een gedrag en legitimeert dat. Dat geldt ook voor gezondheid. Je leest bijvoorbeeld in de krant over een wielrenner met een hartstilstand of een ongeval: argumenten die je bevestigen in je gedrag. Je verandert het gedrag van mensen dan ook niet met informatie, maar wel door dat gedrag te stellen, gewoon doen dus en ervoor zorgen dat het leuk is. En de wereld ook niet opdelen in fietsers en niet-fietsers of beginnende fietsers want dat is zo betuttelend. We zijn flandriens, iedereen voelt zich een beetje fietser. Ook al hebben we al 20 jaar niet meer in het zadel gezeten, allemaal hebben we wel een fietsanekdote. Eigenlijk zijn het fietsers in pauze die je moet activeren, met events bijvoorbeeld zoals een autoloze zondag. Eigenlijk zou dat veel beter een fietsvolte zondag heten trouwens.”

Het volledige artikel – en het hele magazine trouwens – vind je op issuu, of kun je als pdf downloaden:

Kort door de bocht

Uiteraard is zo’n paragraaf te kort door de bocht. Je zou een heel boekwerk aan het vraagstuk kunnen wijden, en een breed opgezet actieplan moet wel een pak meer initiatieven bevatten dan deze die hier werden opgesomd. Alle E’s, jawel, en die 5P-gewijs geïmplementeerd. En dat wou ik ook aangeven: beperk je niet tot informatieverspreiding of sensibiliseren, en hoed je voor het negatief framen van wie nu even niet fietst. Wie je tegen de borst stoot, krijg je immers nog moeilijker overtuigd. Laten we positief kijken en mensen en enthousiast betrekken: we zijn allemaal fietsers. Elk instemmend knikje dat we daarbij krijgen, is alvast een stap dichter bij de fietsenstalling.