Drempelvrees

drempelvrees“Elke drempel is een geldige drempel”, zeg ik wel eens als ik een Explore-workshop inleid. In zo’n workshop speuren we naar de hindernissen die mensen ervaren op weg naar een gewenst gedrag. Waarom doen ze niet wat wij hopen?

De berg aan hindernissen is vaak ontmoedigend hoog. Ze weten het niet; het interesseert hen niet, ze hebben andere dingen aan hun hoofd; ze zijn het er niet mee eens; ze komen er niet toe; ze vergeten het steeds weer; het andere is gemakkelijker; ze zijn het niet gewoon; het is te nat, te koud, te vroeg, te laat, te droog, te warm en het vergt vooral verandering. Elk van die hindernissen die we zo bloot leggen, verdient het om ernstig bekeken te worden, want zelfs de kleinste ervan kan het verschil maken tussen doen of niet doen. Waarom ben ik vanmorgen niet gaan fietsen? Omdat het zo wollig warm was onder mijn dikke deken.

Als we mensen – ook onszelf – over die drempels heen willen tillen, moeten we die dus wel erkennen, en beseffen dat je die niet zomaar schouderophalend van tafel kunt vegen als irrelevant. Ik leg dat uit, iedereen knikt en nog geen tien minuten later, wanneer de eerste drempel op tafel komt, klinkt het al: “Moh, dat is zever.”

Mijn gedrag, schoon gedrag

Waarom vinden we het moeilijk om drempels van anderen serieus te nemen, vraag ik me dan af. Onwil? Nee, wellicht komt het doordat we… ook maar mensen zijn.
Als ik zelf dat ultieme gedrag al stel, is het vaak bijzonder lastig om me in te leven in de niet-doener. Zeker als ik zelf activistisch met de thematiek bezig ben, of het nu gaat om groene mobiliteit, Apple of Androïd, vegetarisme of vlees van eigen bodem, koffie of thee, sporten, mediteren… Ik ziet mijn gedrag misschien als een overwinning op mijn eigen zwaktes, waarna ik die strijd onbewust nog meer ga opsmukken. Ik ben immers goed terecht gekomen, terwijl de anderen dwalen.

Ik vergeet dan dat ik zelf ook irrationeel tot dat punt ben gekomen, en dicht de rationele of morele argumenten die ik onderweg heb opgepikt misschien meer waarde toe dan ze verdient. Zo doe ik vaak alsof ik uit groene overwegingen fan van de fiets en het openbaar vervoer ben, maar eigenlijk moet ik erkennen dat ik me gewoon ook geen auto kon permitteren. Dat er bij het gebruiken van groene mobiliteit morele punten te sprokkelen waren, was mooi meegenomen: die kon ik inzetten tegen het verlies aan status door het niet bezitten van een auto.

Het accentueren van die morele waarden, verhoogt bovendien mijn status… dus doe ik dat graag. Ik haal ze als dan ook als troefkaart uit om hindernissen van tafel te vegen. “Ja, boeren hebben het moeilijk, maar je moet aan het milieu denken.” Ik ben dan ook zo overtuigd van het absolute karakter van mijn waardenhiërarchie – die mijn morele status uiteraard bevestigt – dat ik me moeilijk kan indenken dat jij jouw waardentoren net zo solide vindt. “Als je het goed voor hebt en het hart op de juiste plaats, dan ben je het toch eens met me? Zo niet, dan ben je ter kwader trouw.” En dus ga ik vanuit mijn toren jouw toren en jouw drempels weglachen, beschieten of negeren.

Volautomatisch in het verweer

De argumentenvloed die daarop vaak volgt, lijkt dan wel op een poging om de ware inzichten te bereiken, maar eigenlijk gaat het er gewoon om de ander te overtroeven, zo zeggen de Franse cognitieve antropologen Dan Sperber en Hugo Mercier: “Redeneren helpt ons niet om betere inzichten te krijgen of betere beslissingen te maken. Het is een puur sociaal fenomeen. Het evolueerde om ons te helpen anderen te overtuigen en op onze hoede te zijn als anderen ons willen overtuigen. Waarheid en nauwgezetheid doen niet ter zake.”

Als iemand me probeert te overtuigen, dan heb ik niet meteen de reflex om de argumenten aan te nemen. Volautomatisch zet ik me schrap. Ik zoek argumenten die mijn gedrag ondersteunen en put ook uit mijn eigen waardenpakket. Wellicht denk ik niet bewust dat mijn morele status op het spel staat, maar iets in me doet de ander wantrouwen: die meent dat toch niet echt?
Misschien is het voor de overtuigde daarom zo lastig bij Explore-workshops: een drempel komt automatisch binnen als een argument dat moet weerlegd worden, en wel meteen.

Opschorten van oordeel

Mijn uitleg aan het begin van de Explore-workshop volstaat dus niet. Ik kan argumenteren dat die “Dat is zever”-houding niet werkt en zelfs contraproductief is – bij een poging om drempels weg te redeneren, gaat die ander op zijn beurt in het verweer en polariseer je vaker dan dat je oplost – maar dan maak ik net dezelfde fout. De persoon die elke drempel weg schiet, heeft een irrationele drempelvrees. Die kan ik al evenmin wegredeneren.

Het zou handig zijn als die persoon inziet dat mensen hun drempels eerlijk menen, dat je uit je eigen waardentoren moet stappen maar een workshop is geen therapiesessie. Het 7E-model zegt me zelf dat ik het die persoon makkelijker moet maken om drempels te noteren zonder dat het haar confronteert, dat ik het als aangenaam en zinvol moet laten beleven, dat het vinden van drempels sociaal meer gewaardeerd blijkt dan het wegvegen ervan, dat ik hem een rol moet laten spelen, dat ik een bijzondere, creatieve sfeer moet oproepen met hulpstukken en metaforen…
Of ik kan gewoon ook de achtste E op tafel gooien en Enforcend preken: “Gij zult niets van tafel vegen!”
Maar of die persoon dat een drempel vindt, dat valt nog te bezien.

(foto: design collaborative MVW

Auteur: Fran Bambust

Factotum: imagineer, stratege, concept & content developer, auteur van het 7E-model en jeugdboeken als Plafondmeisje.