BE Guide 2016 | Een jaar verder, een jaar kritischer

shutterstock_16842595Het wordt al een gewoonte. Terwijl de zomer uitgeregend dichterbij sluipt, dropt behavioraleconomics.com haar nieuwe gids, haar jaarlijkse State of the Union, The Behavioral Economics Guide 2016. Heel opvallend dit jaar is de ruimte die ze geeft aan kritische geluiden en nieuwe modellen.

What we’ve got here, is a failure to communicate.

Het eenvoudige EAST, het bevattelijke Nudge krijgt er in de nieuwe gids niet echt van langs – de waarde wordt uiteraard onderstreept en herhaald – maar wordt toch wel van de nodige kanttekeningen voorzien.De verongelijkte Duitse psycholoog Gigerenzer, die in Kahneman vaak zijn nemesis lijkt te zien, mag deze keer zelfs het voorwoord verzorgen. Het zit hem hoog dat keuzearchitecten blijven wijzen op (veel te veel) biases en de feilbaarheid van de intuïtie, maar ik kan me niet van de indruk ontdoen dat de kloof tussen de Kahneman/Sunstein-groep en het Gigerenzer-team het gevolg is van een misverstand. Medunkt dat ze het veel vaker eens zijn dan Gigerenzer wil toegeven. Als je met leden van het Behavioral Insights Team of met Sunstein zelf spreekt, beweren die niet dat de mens niet in staat is tot rationeel denken, dat intuïtie altijd fout is of dat je gebruik moet maken van onmerkbare nudges. Een van de manieren om te nudgen is net mensen stil laten staan, goede heuristieken aan te bieden – Gigerenzers stokpaardje – en daarbij wel te beseffen dat bewust denkwerk energie vraagt die we niet altijd overhebben voor het onderwerp. Heb je de energie ervoor over, zo lijken nudgers te zeggen, laat de mensen dan even pauzeren en help ze bewust kiezen; hebben ze de energie er niet voor over, maak het dan een no-brainer, maak er een default van, laat ze automatisch het gewenste gedrag stellen.

De eenvoud voorbij

Ook de voorbij jaren al werd daarop gereageerd. Moet je er dan niet voor zorgen dat mensen er wél de energie voor over hebben? Dit jaar wordt ook die kritiek luider. Naast Gigerenzers – soms terechte – gemor dat we heus niet zo voorspelbaar irrationeel zijn, klinkt her en der de vraag naar de herwaardering van IMG_0244de motivatie. Mensen zijn wel te bewegen door het besef van het effect van hun gedrag op anderen, ook al vergeten ze dat soms in de stress van het moment, lezen we bij Gerhard Fehr en zijn collega’s. Die hebben een handige BEA Behavioral Change Matrix opgetrokken om opnieuw te wijzen op het belang van communicatie en educatie, incentives en controle, geloof en preferentie naast nudge-insteken als Make it Easy, Attractive, Social en
Timely. Zoë Chance en Ravi Dhar trekken de insteken ook open in hun nieuwe 4P-model – helemaal niet te vergelijken met mijn 5P’s of die oude marketing-P’s. Zij wijzen erop dat gedrag een resultante is van keuzearchitectuur (Process), aanbod (Possibilities),  de voorstelling van de keuzes (Persuasion) en de connectie met de doelgroep (Person).

En nu weer te complex?

Tijdens het lezen betrap ik me er meer dan eens op dat het 7E-model al die kritieken en nieuwe inzichten al bevat, maar tegelijk besef ik ook wel dat dat net de zwakte van het 7E-model is geweest de voorbije jaren… Het is zo complex dat het weer afstoot. Wat ben je met een kaart als ze even groot als het land zelf?
Zo erg is het nog niet, nog lange niet, maar toch blijkt het model dat wil verhelderen ook vaak verheldering te vragen. Eenvoud lonkt, nietwaar. We houden allemaal meer van de eenvoud van EAST, dan de complexe grilligheid van 7 E-hefbomen binnen een 5E-proces die je 5P-gewijs kunt uitrollen.

En jawel, onder EAST school altijd al een diep fundament van complexiteit en nuance, maar niet ieder gaat graven, nietwaar. Als die complexiteit nu toch aan de oppervlakte wordt gebracht, zo vraag ik me af en toe af bij het lezen van de nieuwe gids, zal nudging dan wat van haar hipheid verliezen? Of zou het net nog meer omarmd worden omdat het van haar piëdestal stapt?  Of rijst de vraag naar een voldoende complex maar toch niet ongrijpbaar model? Of ben ik me nu te geniepig aan het verkneukelen aan whisful thinking?

De BE Guide 2016 is gratis te downloaden op behavioraleconomics.com. Aanbevolen zomerliteratuur!

 

Chronologie van een nieuw gedrag

Affiches volstaan niet om gedrag te veranderen. Primen is maar één stap in een chronologie die het 7E-model beschrijft met 5P’s: Prepare, Prime, Pause, Prove en Program…

FullSizeRenderOf ik even wil nagaan of de campagnes in bijlage voldoen aan de 7E’s, vraagt de mailer vriendelijk. Geboeid ga ik rechtop zitten en scroll ik snel naar de bijlagen. Ik klik, verwacht plannen en zie… affiches. ‘Oh jee’, denk ik, ‘ik ben de mist in gegaan.’ Lees verder “Chronologie van een nieuw gedrag”

7E, the movie van de slides

Sinds begin 2015 ben ik merrie in de stal van Read my Lips, waar ik tussen coryfeeën als Noel Slangen, Clo WillaertsJan VerheyenAnnemie Struyf, Annelies BeckSteven Vromman en het vleesgeworden meningsverschil Luckas Vander Taelen te huur wordt aangeboden. En nogal wat organisatie hebben hier het voorbije jaar gebruik van gemaakt.

Zo sprak ik de voorbije maanden voor zowel De Lijn, Vlofin, de Logo’s, provincie Vlaams-Brabant, Neos, de VVSG, het COC, COMMnet, VVJ, VSV… en telkens paste ik de presentatie aan aan het publiek van het moment. Je wil immers inspelen op de vraag van de groep, toch, ook al is die doorgaans heel divers en is anderhalf uur uiteraard te kort om de uitgangspunten van gedragswetenschappelijk denken mee te geven, de 7E-methodiek uit te leggen en heel concreet eeuwige helderheid te verschaffen.

Maar ik heb de indruk dat de toespraken worden genoten, dat de zin van en in het model toch wordt gewekt, en dat velen de zaal met goesting en inspiratie verlaten.

Ik streef ernaar een steeds betere spreekster te worden, en hoop tegen 2271 de perfecte toespraak te geven. Intussen kun je hier toch al genieten van de ‘slides’ van een van mijn recentste… Het publiek zag het overigens niet zo, want de projector liet het toen afweten. De Experience van een gebrekkige Enable, met weerslag op Enlighten, maar gelukkig niet op Enthuse!

VLOFIN2

Klinkende argumenten

img_0185-1‘Kom erbij’ of ‘Kom naar ons toe’?
Welke zin zou je meer overtuigen als je ze las? De eerste, omdat die bekender klinkt? Of de tweede, omdat ze ‘ons’ vermeldt? Of stoot dat net af? Is ‘naar ons toe’ te archaïsch? Of ‘kom erbij’ te dwingend? 

Met zo’n vragen worstel je voortdurend als je je eenmaal bewust bent van het feit dat elk detail telt. Keuzearchitecten zijn al net zo’n detailvreters als hun bakstenen collega’s. We weten dat we ons als al te menselijke mensen eerder door automatische reacties laten leiden dan door rationele inhoud, en dan zijn zelfs schijnbaar oppervlakkige prikkels van belang: we houden het netter waar het naar citroen ruikt, kunnen blauwe gewichten iets vlotter tillen dan rode en geven hockeyspelers met zwarte kleren sneller gele kaarten dan kleurrijke spelers… Sneller dan onze bewuste gedachten zorgen ons automatische reflexen voor een eerste oordeel, waar we nog moeilijk onderuit geraken. Meer nog, die bewuste gedachten zullen we zelfs al net zo snel selecteren in functie van dat oordeel, zodat we bovendien ook nog kunnen verantwoorden waarom we opeens netter, sterker of strenger zijn. Niets zo belangrijk als een eerste indruk, nietwaar, en eens je dat beseft, wordt het aantal keuzes bij o zoveel parameters bijna verlammend. Welk lettertype gebruiken we best? Welke kleur? Hoe groot? Waar hang je het? En uiteraard ook: welke woorden gebruik je?
‘Ah’, werp je nu misschien op, ‘die woorden: dat is al semi-bewust toch?’
En dan vraag ik terug: is dat zo?

Met dank aan de klank

Is een woord niet in eerste instantie… klank? Zou het niet kunnen dat ik anders op bepaalde zinnen reageer… omdat ze mooier, killer, warmer, scherper, droeviger of blijer klinken? Zeg de laatste woorden van die keuzes eens hardop. Welk gevoel krijg je?
De meesten zeggen dat ze ‘nader’ ernstiger vinden dan ‘erbij’. “‘Erbij’ doet glimlachen,” zei iemand. Dat klopt helemaal. Je ziet het als ze het proberen. Hun gezicht staat er naar. Bij de ‘ij’ gaat je gezicht glimlachen. En, zo vermoed ik, je hersenen ook.

Het lichte gewicht van een lachend gezicht

De Amerikaanse filosoof-psycholoog William James observeerde op het eind van de 19de eeuw al dat je je een stuk gezonder en fitter voelt als je flink rechtop gaat zitten, dan wanneer je slentert. Van blij kijken, word je vrolijk. Wat we vaak als een reactie op een prikkel zien, kan dus eigenlijk zelf de prikkel zijn. De reactie creëert de emotie, zei James zelfs. Dit idee, dat we de facial feedback-hypothese zijn gaan noemen, wordt trouwens regelmatig bevestigd. Onlangs nog toonden experimenten met botox aan dat het tijdelijk verlammen van je expressie met botox wel degelijk je emotionele reacties kleurt, en zelfs je taalbegrip beïnvloedt. Er werd al gesuggereerd dat je zo misschien wel obsessive compulsive disorder-patiënten zou kunnen helpen: je verlamt de neusspieren, zodat je je neusvleugels niet meer uit walging kunt optrekken, waardoor ook de walging verzacht…

Uiteraard beweren noch James noch zijn hedendaagse collega’s dat je zo een rouwende weduwnaar kunt opvrolijken, maar wanneer je anders in een eerder neutrale stemming bent, kan de juiste gelaatsuitdrukking je wel opmonteren of aan het janken brengen.

Zeg eens ‘ij’

Tijdens een andere poging om de hypothese te testen, vroeg ene dr. Zajonc de testpersonen – die uiteraard niet mogen weten wat er getest wordt – om een lange ‘ie’, een zachte ‘ah’ of de ronde ‘oe’ te herhalen. De eerste twee, die je resp. doen glimlachen of een verwonderd gezicht geven, lokten aangename gevoelens uit, terwijl de derde bij de proefpersonen negatieve gevoelens opwekten. Een onderzoek dat twee jaar geleden nog werd uitgebreid en bevestigd door de Duitse professoren Rummer en Grice: klanken vormen gezichten vormen gevoelens.

Meer nog, je hoeft de klanken niet eens zelf hardop te zeggen. De klanken in stilte lezen of herhaaldelijk horen, in een rijm of een lied, zou al hetzelfde effect hebben. We maken dan immers al zachtjes aanstalten om ons gezicht in de juiste plooi te leggen, met alle emoties van dien. Meteen weet ik ook waarom ik zelf nooit echt vrolijk werd van “Ik voel me goed” van Johan Verminnen.

Dat klinkt goed

Kortom, ‘kom erbij’ of ‘kom naar ons toe’?
We zullen het nooit weten, want we konden maar één zin kiezen voor de test, waar het overigens niet zozeer om de talige prikkels ging. Jammer eigenlijk, want ik ben alvast heel nieuwsgierig naar het effect van de klanken bij het kiezen van projectnamen, slogans en opschriften. Hopelijk vindt iemand het interessant om daar nog meer onderzoek naar te doen.

Update 

Intussen maakte methodoloog Eric-Jan Wagenmakers van de Universiteit van Amsterdam bekend dat zijn team de resultaten van het potloodexperiment niet kon repliceren. In dat experiment van Fritz Strack moesten deelnemers een grap lezen met of zonder potlood tussen de tanden. Met het potlood tussen de tanden trek je een lachend gezicht en zou je een grap, omwille van de facial feedback leuker vinden. Klopt, ontdekte Strack. Klopt niet, zegt Wagenmakers. 
Dr. Bert Pol neemt de schampere veroordeling van de vroegere tests door die replicatiestudies trouwens met een korrel zout. Hij noemt de zogenaamd slechte replicatieresultaten helemaal niet zo slecht. Op nrc.nl noemt hij het net ‘een fraai resultaat’.